In alinea 1 en 2 wordt de aandacht van de lezer getrokken. Alinea 3 en 4 noemen het probleem (uit de titel): de bibliotheken hebben het (financieel) moeilijk en dat is erg, want die moeten de jongeren aan het lezen krijgen.
Slide 11 - Tekstslide
Met welke twee grote problemen kampen de bibliotheken op dit moment?
Slide 12 - Open vraag
Wat bedoelt de auteur met: ‘De bieb is namelijk een belangrijke troef in de strijd om jongeren weer aan het lezen te krijgen.’? (al. 4)
Slide 13 - Open vraag
Om welke twee redenen leest Romy geen boeken?
Slide 14 - Open vraag
Welke twee factoren spelen volgens de auteur, naast de redenen die Romy noemt, een rol bij de ontlezing onder jongeren?
Slide 15 - Open vraag
‘Ja, dat zegt eigenlijk ook wel wat’ (al. 9). Wat zegt dat dan?