H3 regelmatige werkwoorden

Regelmatige werkwoorden op -er
Regelmatige werkwoorden op -ir
Regelmatige werkwoorden op -re
Vendre
Finir
Aimer
Choisir
Attendre
Regarder
1 / 20
volgende
Slide 1: Sleepvraag
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Regelmatige werkwoorden op -er
Regelmatige werkwoorden op -ir
Regelmatige werkwoorden op -re
Vendre
Finir
Aimer
Choisir
Attendre
Regarder

Slide 1 - Sleepvraag

Hoe goed weet je nog hoe je de regelmatige werkwoorden moet vervoegen? (présent)
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Video

Regelmatige werkwoorden op -er, -ir, -re
Vervoegen in de présent

1. Haal -er, -ir of -re van het werkwoord af
Je houdt de stam van het werkwoord over

2. Plak de juiste uitgang erachter. 

Slide 4 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden op -er
Je -e
Tu -es
Il / elle / on -e
Nous -ons
Vous -ez
Ils / elles -ent

Slide 5 - Tekstslide

Vervoeg:
Vous (aimer)
A
Vous aimez
B
Vous aimons
C
Vous aimes
D
Vous aime

Slide 6 - Quizvraag

Vervoeg:

Je/J' (aimer)
A
Je aimes
B
Je aime
C
J'aimes
D
J'aime

Slide 7 - Quizvraag

Regelmatige werkwoorden op -ir
Je -is
Tu -is
Il / elle / on -it
Nous -issons
Vous -issez
Ils / elles -issent

Slide 8 - Tekstslide

Vervoeg:

Nous (finir)
A
Nous finirons
B
Nous finisons
C
Nous finissons
D
Nous finons

Slide 9 - Quizvraag

Vervoeg:

Tu (choisir)
A
Tu choisit
B
Tu choisi
C
Tu chois
D
Tu choisis

Slide 10 - Quizvraag

Regelmatige werkwoorden op -re
Je -s
Tu -s
Il / elle / on -
Nous -ons
Vous -ez
Ils / elles -ent

Slide 11 - Tekstslide

Vervoeg:

Ils (rendre)
A
Ils rendrent
B
Ils rend
C
Ils rendent
D
Ils rendont

Slide 12 - Quizvraag

Vervoeg:

Elle (vendre)
A
Elle vend
B
Elle vendre
C
Elle vends
D
Elle vendent

Slide 13 - Quizvraag

Vervoeg in de présent. Geef alleen het juiste werkwoord (zonder onderwerp).

Je (parler)

Slide 14 - Open vraag

Vervoeg in de présent. Geef alleen het juiste werkwoord (zonder onderwerp).

Je (vendre)

Slide 15 - Open vraag

Vervoeg in de présent. Geef alleen het juiste werkwoord (zonder onderwerp).

Je (finir)

Slide 16 - Open vraag

Vervoeg in de présent. Geef alleen het juiste werkwoord (zonder onderwerp).

Nous (marcher)

Slide 17 - Open vraag

Vervoeg in de présent. Geef alleen het juiste werkwoord (zonder onderwerp).

Vous (attendre)

Slide 18 - Open vraag

Vervoeg in de présent. Geef alleen het juiste werkwoord (zonder onderwerp).

Elles (choisir

Slide 19 - Open vraag

Nu doen
Maak nu uit hst 4 opdracht 3 (als je die nog niet af hebt)

Ga daarna naar verbuga.eu
Selecteer in de rechter kolom de volgende werkwoorden en ga daarmee oefenen in de présent:
aimer, arriver, attendre, choisir, entendre, finir


Slide 20 - Tekstslide