Paragraaf 3.2 Hazard management

3 Gebieden Zuid Amerika
Paragraaf 3.2 Hazard management
Domein Gebieden
5V
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3 Gebieden Zuid Amerika
Paragraaf 3.2 Hazard management
Domein Gebieden
5V

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet op welke manier men aan hazard management doet in de verschillende landen in Zuid-Amerika. 
Je begrijpt waarom de risicoperceptie bij de bevolking vaak laag is en dat die verkeerde risicoperceptie het ruimtelijk gedrag van mensen verklaart. 
Je kunt het verband aangeven tussen hazard management en risicoperceptie.

Slide 2 - Tekstslide

Hazard Management

beleid om schade bij natuurrampen te beperken of te voorkomen

--> Schade  --> Risico's  --> Maatregelen

Slide 3 - Tekstslide

Waarom is economisch gezien een ramp ontwikkelingslanden desastreus?

Slide 4 - Open vraag

Waarom zijn de verliezen aan mensenlevens door natuurrampen in ontwikkelingslanden twintig maal groter dan in de rijke landen?

Slide 5 - Open vraag

Voorbeelden slechte keuze's
  •  hoge bevolkingsdichtheden in rivierdalen en delta's
  • wegen en woningbouw op instabiele hellingen
  • gevaarlijke mijnen


Slide 6 - Tekstslide

Economische schade van natuurrampen wordt veroorzaakt door:
- armoede
- slecht bestuur
- klimaatverandering
Grote aantallen mensenlevens verloren tijdens rampen vanwege:
- Verkeerde locatie voor gebouwen en infrastructuur
- geen naleving bouwvoorschriften
- verkeerde omgang natuur (bijv. ontbossing)
- gebrek aan rampenplan

Slide 7 - Tekstslide

Risico op een natuurramp

  1. Aard natuurramp (soort + intensiteit)
  2. Aantal mensen en gebouwen dat betrokken is + schade aan infrastructuur
  3. Kwetsbaarheid samenleving:


  • Fysieke factoren (constructie gebouwen)
  • Sociale factoren (achtergestelde groepen in de bevolking)
  • Economische factoren (verzekering, afhankelijkheid van inkomensbron)
  • Milieufactoren (uitputting van hulpbronnen)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Aard van de ramp
Blootstelling
Kwetsbaarheid
Grood gebied betrokken
Slecht landgebruik
Veel infrastructuur
Geen vluchtroutes
Hoog in de schaal van Richter
Slecht gebouwde huizen
Levensgevaarlijke modder
Dichtbevolkt gebied
Armoede
200 mm neerslag in een etmaal
Geen planning

Slide 10 - Sleepvraag

Hazard management
Beleid om schade bij natuurrampen te beperken of te voorkomen

Klinkt heel logisch maar dat besef komt langzaam, meestal pas nadat er een ernstige (natuur)ramp is geweest.

Slide 11 - Tekstslide

Onderdelen actieplan
  1.  onderzoek doen om risico's te herkennen, vaststellen en begrijpen
  2. verminderen van de risico's
  3. klaar zijn voor......
  4. rampenfondsen en verzekeringen
  5. stimuleren veerkracht bevolking en efficiënt opruimen

Slide 12 - Tekstslide

Paragraaf 3.2
Ik heb extra uitleg nodig
Even laten bezinken
Moeilijk maar begrijp het wel
Deze paragraaf begrijp ik
Appeltje eitje

Slide 13 - Poll

Aan de slag
Huiswerk donderdag 4 februari:

Maak de opdracht van paragraaf 3.2 op blz 62

Slide 14 - Tekstslide

Paragraaf 3.2 vraag A
Risico's: 1 - 3 - 8 - 11

Risicoperceptie: 2 - 5 - 6 - 12

Hazard management: 4 - 7 - 9 - 10

Slide 15 - Tekstslide

Paragraaf 3.2 vraag B
Aard. Bijvoorbeeld: de vulkaanuitbarsting had een explosieve kracht (caldera) kunnen hebben, de lahars hadden veel krachtiger kunnen zijn en door bewoond gebied kunnen stromen, er hadden giftige gassen langs de hellingen kunnen afdalen.
Blootstelling. Bijvoorbeeld: het gebied had zeer dichtbevolkt kunnen zijn, mensen hadden heel dicht op de vulkaan kunnen wonen, er hadden dure gebouwen kunnen staan.
Kwetsbaarheid. Bijvoorbeeld: er hadden geen evacuatieplannen kunnen liggen, de hellingen van de vulkaan hadden boomloos kunnen zijn, de vulkanische bommen en lahars hadden veel zwakke gebouwen en woningen kunnen vernielen, er hadden veel arme mensen zonder verzekering en geld voor gezondheidszorg kunnen wonen.

Slide 16 - Tekstslide

Paragraaf 3.2 C
Er is geen relatie met het aantal rampen, maar wel met het bbp. Hoe hoger het bbp, hoe beter de risicoreductie is. Rijkere landen kunnen meer geld besteden aan het beperken van de gevolgen van rampen.

Slide 17 - Tekstslide

Paragraaf 3.2 D
Rijke landen hebben meer mogelijkheden om aan hazard management te doen waardoor er meer veiligheid voor de bewoners is. Maar in rijkere landen is veel dure infrastructuur en gebouwen aanwezig waardoor de materiële schade hoog kan oplopen.

Slide 18 - Tekstslide

Examenvraag
Overstromingen zijn een mogelijke bedreiging in zowel het stroomgebied van de Rhône als in dat van de Niger. Hazard management moet het aantal slachtoffers en de schade bij rampen in eerste instantie zoveel mogelijk voorkomen.
Geef een politieke en een economische oorzaak waardoor het moeilijker is om tot goed hazard management te komen in het stroomgebied van de Niger dan in dat van de Rhône.

Slide 19 - Tekstslide

De Politieke oorzaak

Slide 20 - Open vraag

De economische oorzaak

Slide 21 - Open vraag

Probeer de 5 onderdelen van een rampenplan toe te passen op de corona-crisis in Nederland. >> 1 Onderzoek.
2 Verminderen risico. 3 Klaar voor als het misgaat.
4 Rampenfonds. 5 Stimuleren veerkracht bevolking

Slide 22 - Open vraag