Oefening voor repetitie H1.1tt/m1.3-H11-H12

Hoe werk je met deze LessonUp
Dit is zijn vragen om mee te oefenen over de onderwerpen uit 
hst.1.1, 1.2, 1.3 hst.11 en hst.12.
Als je twijfelt over een vraag:      klik hint 1 aan

Weet je het dan nog niet zeker: klik hint 2 aan

Lukt het dan nog niet?                   klik hint 3 aan
1
2
3
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoe werk je met deze LessonUp
Dit is zijn vragen om mee te oefenen over de onderwerpen uit 
hst.1.1, 1.2, 1.3 hst.11 en hst.12.
Als je twijfelt over een vraag:      klik hint 1 aan

Weet je het dan nog niet zeker: klik hint 2 aan

Lukt het dan nog niet?                   klik hint 3 aan
1
2
3

Slide 1 - Tekstslide


De ziekte is dominant A
Dit betekent dat AA is ziek
                                 Aa is ziek
                                 aa is gezond
Een zwart vakje is ziek, een wit vakje is gezond.
Kijk goed naar de kleur. Bij een zieke: kijk naar de ouders om te bepalen of de zieke homozygoot (AA) of heterozygoot (Aa) is
1
P is ziek. Dit kan AA of Aa zijn...
Als 1 van de ouders gezond is (aa), wat is dan het genotype van P?
Q is gezond... hij heeft dus niet het dominante gen
2
Kom je er toch nog niet uit?
Vraag hulp bij de docent!
3
PAH kan verschillende oorzaken hebben. Eén daarvan is een erfelijke afwijking PAH, veroorzaakt door een dominant gen (A).  
Wat is het genotype van persoon P? En wat is het genotype van persoon Q? Schrijf je antwoord zo op:
genotype persoon P: ........................................
genotype persoon Q: ........................................

Slide 2 - Open vraag

Heeft een blauwalg een celkern?
En heeft een blauwalg een celwand?

Bedenk goed: is dit een bacterie? een plant? een dier? een schimmel?
En hoe zit het ook alweer:
een plant heeft een celwand en een celkern.... en bij de rest?
1
Een bacterie heeft een celwand maar geen celkern
Een plant heeft een celwand en een celkern
Een dier heeft geen celwand en wel een celkern
een schimmel heeft een celwand en een celkern
Welke hoort hierbij?
2
Lukt het nog niet?
Vraag het de docent ;-)
3
A
geen van beide
B
alleen een celkern
C
alleen een celwand
D
een celkern en een celwand

Slide 3 - Quizvraag

Het schema hieronder stelt de fotosynthese voor.
...(1)… + water + lichtenergie  glucose + …(2)…
Wat moet op plaats 1 en op plaats 2 ingevuld worden om het schema
compleet te maken?
Schrijf je antwoord zo op:
1: .....................................................................
2: .....................................................................
Je hebt de fotosynthese uit je hoofd moeten leren... Zeg het in je hoofd even op.... Dan moet het lukken
1
Sorry, dit is gewoon leren, dit is in de les geoefend..
Weet je het niet of heb je het fout: GA LEREN!!!
2
Kom je er toch nog niet uit?
Vraag hulp bij de docent!
3

Slide 4 - Open vraag

De informatie hierboven gaat over enkele levenskenmerken
van de axolotl. Twee levenskenmerken zijn ademhalen en
reageren op prikkels.
Gaat de informatie over deze levenskenmerken?
Bedenk goed: is dit een bacterie? een plant? een dier? een schimmel?
En hoe zit het ook alweer:
een plant heeft een celwand en een celkern.... en bij de rest?
1
Een bacterie heeft een celwand maar geen celkern
Een plant heeft een celwand en een celkern
Een dier heeft geen celwand en wel een celkern
een schimmel heeft een celwand en een celkern
Welke hoort hierbij?
2
Lukt het nog niet?
Vraag het de docent ;-)
3
A
over geen van beide levenskenmerken
B
alleen over ademhalen
C
alleen over reageren op prikkels
D
over ademhalen en over reageren op prikkels

Slide 5 - Quizvraag

Als een axolotl een poot verliest, groeit er op die plek vrijwel direct een
klompje cellen. Alle cellen in dit klompje hebben dezelfde bouw. Vanuit dit
klompje cellen groeit vervolgens een nieuwe poot, compleet met huid,
spieren en bloedvaten.
Bestaat het klompje cellen uit één type weefsel? En bestaat de nieuwe
poot uit één type weefsel?

Wat is de definitie van een weefsel?
Een weefsel is een groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde taak...
Kijk  nu goed naar de twee omschrijvingen...
1
Wat is de definitie van een weefsel?
Een weefsel is een groep cellen die er hetzelfde uitzien en hetzelfde doen
Kijk nu goed naar de twee omschrijvingen...
Ziet het klompje cellen er allemaal hetzelfde uit? Ja => 1 weefsel
                                                                                           Nee => meer weefsels
Bekijk dit ook bij het pootje
2
Lukt het nog niet?
Vraag het de docent ;-)
3
A
geen van beide
B
alleen het klompje cellen
C
alleen de nieuwe poot
D
het klompje cellen en de nieuwe poot

Slide 6 - Quizvraag

15 Een tante en een oom van Daisy zijn beiden heterozygoot voor het gen
dat sikkelcel-anemie veroorzaakt. Ze verwachten samen een kind.
Hoe groot is de kans dat dit kind sikkelcel-anemie krijgt?





Bedenk goed: is dit een bacterie? een plant? een dier? een schimmel?
En hoe zit het ook alweer:
een plant heeft een celwand en een celkern.... en bij de rest?
1
Sikkelcelanemie is veroorzaakt door een recessief gen (a)
Gezond is dus Dominant (A)
AA is gezond, homozygoot
Aa is gezond, heterozygoot
aa is ziek. homozygoot
Maak een kruisingsschema!!
1
Heterozygoot is Aa
Dus maak een kruisingsschema van Aa x Aa
2
Vraag je docent !!!
3
informatie
A 0%
B 25%
C 50%
D 75%
E 100% 

Slide 7 - Sleepvraag

Schubbeneters

Slide 8 - Tekstslide

Hoe heet de theorie die verklaart hoe in de loop van de tijd door mutatie
en selectie nieuwe soorten ontstaan uit een gemeenschappelijke
voorouder?
Denk goed na: in welk hoofdstuk hadden we het over mutatie en selectie?? Gaat er een belletje rinkelen??
1
We hebben het ook in dit hoofdstuk over Darwin gehad. Hij heeft deze theorie ontwikkeld.
Zijn omschrijving van de theorie was: survival of the fittest.... (dat is niet het antwoord)
2
Dit is leerwerk... als je het nog niet weet, zoek het dan op
3

Slide 9 - Open vraag

Welke groep vissen is volgens de stamboom het langst geleden als aparte
groep ontstaan?
Sleep het vinkje naar het goede antwoord





Kijk goed op de informatie. Je ziet er een stamboom staan.
Volg de lijnen goed, zoals we getraind hebben
1
Naar links is het oudst
2
Begin aan de linkerkant.
Dat is het oudst.
Als je met je vinger de lijnen volgt, zie je dat bij de eerste splitsing de prinses van Burundi al is ontstaan
3
B blauwe regenboogvis
C Plecodus
E prinses van Burundi 
D schubbeneter
A Petrochromis

Slide 10 - Sleepvraag

Aan welke groep vissen is een schubbeneter het meest verwant volgens de stamboom?
Kijk naar de informatie.
Kijk daarbij goed naar de stamboom
1
Zoek in de stamboom de schubbeneter op.
Ga nu met je vinger langs de lijntjes.
Welke vis komt uit de eerste vertakking?
2
Lukt het nog niet?
Oefen met het werkblad: evolutie
3
A
aan de Petrochromis
B
aan de blauwe regenboogvis
C
aan de Plecodus
D
aan de prinses van Burundi

Slide 11 - Quizvraag

Uit kruisingsproeven blijkt dat de eigenschappen linksmondig en rechtsmondig erfelijk zijn. In de tabel staan de resultaten van enkele
kruisingen met schubbeneters.
Het gen voor rechtsmondig is recessief.
Uit welke kruising kun je dat met zekerheid afleiden?
Wat is dominant?
Wat is recessief?
Schrijf dit op!!
Schrijf ook de mogelijke genotypes met hun fenotypes op.
1
Rechtsmondig is recessief, dus linksmondig is dan dominant
RR => linksmondig homozygoot
Rr => linksmondig heterozygoot
rr => rechtsmondig, altijd homozygoot.
Je weet als er twee ouders zijn die hetzelfde uiterlijk hebben, en er ontstaat een kind met een ander uiterlijk, dat het uiterlijk van de ouders dominant is, en beide ouders zijn heterozygoot
2
Je weet als er twee ouders zijn die hetzelfde uiterlijk hebben, en er ontstaat een kind met een ander uiterlijk, dat het uiterlijk van de ouders dominant is, en beide ouders zijn heterozygoot.
Zoek dus naar twee dezelfde ouders, waarbij je ziet dat er ook kinderen ontstaan die er anders uitzien dan de ouders
3
A
kruising 1
B
kruising 2
C
kruising 3
D
dat kan je niet zeggen

Slide 12 - Quizvraag

Verschil plantencel / dierlijke cel

Zie jij de verschillen tussen de dierlijke cel en de plantaardige cel?

Controleer bij de vraagtekens!
Dit is een dierlijke cel.
Dit zie je omdat deze geen bladgroenkorrels, celwand en vacuole heeft
Dit is een plantaardige cel.
Dit zie je omdat je wel een celwand, vacuole en bladgroenkorrel kunt zien

Slide 13 - Tekstslide

Schimmel
Meest opvallend:
Lijkt op een plantencel, maar heeft geen bladgroenkorrel!
Wel 
Celwand
Vacuole
Celkern
Let op: kan eencellig (gist) of meercellig zijn (paddenstoel)
Dit is een cel  
van een....
celwand
cytoplasma
celkern
vacuole
celmembraan
Schimmel
(of van een wortel van een plant => zowel een schimmel als een wortel hebben geen bladgroenkorrels. Verder zien ze er hetzelfde uit

Slide 14 - Tekstslide

Dierlijke cel
een dierlijke cel heeft:
  • wel celmembraan
  • wel celkern
  • wel cytoplasma
  • geen celwand
  • geen vacuole
  • geen bladgroenkorrels
celmembraan
celkern
cytoplasma
Dit is de cel 
van een.......
dier

Slide 15 - Tekstslide

Dit is de cel 
van een.......
plant
celwand
bladgroenkorrel
celkern
vacuole
cytoplasma

Slide 16 - Tekstslide

plantencel
dierencel
celmembraan
celmembraan
cytoplasma
cytoplasma
celkern
celkern
vacuole
bladgroenkorrel
celwand

Slide 17 - Tekstslide

Houtvat
Bastvat

Slide 18 - Sleepvraag

Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand

Slide 19 - Sleepvraag

bladgroenkorrel
celmembraan
celkern
vacuole
cytoplasma
celwand

Slide 20 - Sleepvraag