Les 28: voor- en achtervoegsels
1 / 18
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Staat hier een feit, mening of argument?
Omdat hij goede standpunten heeft.
Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Staat hier een feit, mening of argument?
Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Staat hier een feit, mening of argument?
Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Staat hier een feit, mening of argument?
Morgen moet ik naar de tandarts.
Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Staat hier een feit, mening of argument?
Als je te laat bent, dan moet je je melden.
Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Staat hier een feit, mening of argument?
Nederlands is het leukste vak op school.
Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Staat hier een feit, mening of argument?
Ik vind 'The Cell' een spannende film.
Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
A
ja
B
een beetje
C
met hulp
D
ik snap er niks van
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bedenksel
Wat is de betekenis?
Wat is de betekenis?
A
wat iemand denkt
B
de mening van iemand
C
wat iemand bedacht heeft
D
wat iemand kan
Slide 11 - Quizvraag
Zoeken in de tekst naar een:
- synoniem, omschrijving, voorbeeld, tegenstelling of bekend woorddeel of (als je het echt niet weet) een woordenboek gebruiken.
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Bedenk nu zelf een woord met
een achtervoegsel!
een achtervoegsel!
Slide 13 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
