1.3 Betrouwbaarheid van een tekst

Nederlands
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Hoofdstuk 1 LEESTEKSTEN VERKENNEN

1.1 Onderwerp en hoofdgedachte (blz. 8)
1.2 Doel en publiek
1.3 Betrouwbaarheid van een tekst


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel

Je weet waar je op moet letten als je wilt weten of een tekst betrouwbaar is.

Slide 3 - Tekstslide

Betrouwbaarheid van een tekst
  • Niet alles wat je leest is betrouwbaar.
  • Een betrouwbare tekst heeft controleerbare feiten

Je kijkt naar:
  1. Informatiebron 
  2. Schrijver (betrouwbaar/ expert?)
  3.  Doel (informeren of overtuigen/overhalen?)
  4. Datum (is de tekst actueel?)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag
Lezen 1.3, opdracht 1, 2 en de examenopdracht


KLAAR?
maak de extra opdrachten E1, E2 en E3


timer
20:00

Slide 6 - Tekstslide

Een tekst is altijd betrouwbaar als deze geschreven is door iemand die er verstand van heeft?
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Als het doel van de tekst is om je te overtuigen is de tekst niet betrouwbaar
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Social media zijn betrouwbare bronnen
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Om te bepalen of een tekst betrouwbaar is, kijk ik naar:
A
De schrijver, het publiek en de datum van de tekst
B
De bron, het publiek en het doel van de tekst
C
De bron, de schrijver en het doel van de tekst
D
Het publiek, het doel en de datum van de tekst.

Slide 10 - Quizvraag

tot de volgende les

Slide 11 - Tekstslide