les 10 - Nederlandse ideeën

Thema 4
Het slavernijverleden van Nederland
De Nederlandse visie
Les 8
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 4
Het slavernijverleden van Nederland
De Nederlandse visie
Les 8

Slide 1 - Tekstslide

Representatief

Slide 2 - Tekstslide

Wat is dit en waarom?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Het beeld van een smurf is een blauw mannetje, met een witte muts en een witte broek, inclusief 'schoenen'. 

Slide 6 - Tekstslide

Een smurf is een blauw mannetje, met een witte muts en een witte broek, inclusief 'schoenen'. 

Deze omschrijving komt overeen met het algemene beeld van 'de smurf'. 




Slide 7 - Tekstslide

Een smurf is een blauw mannetje, met een witte muts en een witte broek, inclusief 'schoenen'. 

Deze omschrijving komt overeen met het algemene beeld van  'de smurf'

De omschrijving is representatief


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

leerdoelen
Je leert (weer) wat representatief is,
Je leert de verschillende visie's op vraagstuk slavernij in de 17de eeuw kennen en begrijpen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Tekstslide

 In het testament van Pfeffer, opgesteld op 12 januari 1755, wordt Aspasia ook genoemd. Pfeffer had verklaard dat de tot slaafgemaakte vrouw Aspasia hem zou moeten dienen zolang hij leefde, maar bij zijn overlijden haar vrijheid zou krijgen. Aspasia was op de hoogte van wat haar was beloofd in het testament van Pfeffer en besloot actie te ondernemen. Op 8 augustus 1755 diende zij bij het Hof van Politie en Criminele Justitie in Suriname zelf een verzoek in tot het vrijlaten. Een week na haar officiële aanvraag, op 15 augustus, keurde het Hof het verzoek goed: Aspasia zou haar “brieven van vrijdom” ontvangen, papieren waarop stond dat zij vrij was.
In de boedelinventaris van plantage-eigenaar Jan Pieter Pfeffer, in 1755 opgesteld na zijn overlijden in Amsterdam, worden twee schuldeisers genoemd: de rijke plantage-eigenaar Salomon du Plessis (1705-1785), en de slaafgemaakte vrouw Aspasia, die twee gulden eiste van Pfeffer. Aspasia had gezegd dat “van haer onder den overledene in bewaringe is gebleeven twee guldens”, een bedrag dat zij nu, na het overlijden van Pfeffer, terug wilde hebben. 

Slide 13 - Tekstslide

In 1770 was de slaafgemaakte Laquais door eigenaar Andre Renouard meegenomen vanuit Suriname naar de Republiek, waar hij Renouard moest dienen, net als in Suriname. 

Uit de notariële akte blijkt dat Laquais op 13 mei 1772 niet terug naar huis kwam bij Renouard. Die liet Laquais’ naam de volgende dag “omroepen” in de stad. Zo kwam Renouard te weten dat Laquais zich mogelijk in het huis van ene Fredrik Guillaume bevond. 
Daar ging hij op 15 mei dan ook naartoe om Laquais terug te eisen. Wat niet lukte: Guillaume weigerde. In juni nam Renouard een notaris mee naar het huis van Guillaume om hem officieel onder druk te zetten. Renouard eiste dat Laquais zou terugkomen naar hem en dreigde naar de rechter te stappen als dit niet zou gebeuren.

Wat was hier gebeurd?

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 2 (blz 34)
Beschrijf waarom in Europa lange tijd weinig aandacht was voor het onrecht van de slavernij

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 2 (blz 34)
Beschrijf waarom in Europa lange tijd weinig aandacht was voor het onrecht van de slavernij
- Er was weinig aandacht voor het onrecht van de slavernij omdat wrede bestraffingen in Europa ook heel gebruikelijk waren, en 

- omdat Europeanen nauwelijks direct in contact kwamen met de slavernij.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 3 (blz 34)
Drie christelijke schrijvers hebben invloed gehad op de ontwikkeling van het denken over slavernij: De las Calas, Udemans en Kals. Beschrijf op welke manieren zij de ontwikkeling van de slavernij hebben beïnvloed.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 3 (blz 34)
Drie christelijke schrijvers hebben invloed gehad op de ontwikkeling van het denken over slavernij: De las Calas, Udemans en Kals. Beschrijf op welke manieren zij de ontwikkeling van de slavernij hebben beïnvloed.
De las Casas: benadrukte de wreedheden van de Spanjaarden en wilde daar een eind aan maken. 
Udemans: beweerde dat slaven goed moesten worden behandeld en uitzicht moesten hebben op uiteindelijke vrijlating. 
Kals veroordeelde in scherpe bewoordingen de slechte behandeling van de slaven. 

Slide 18 - Tekstslide

Hoofdvraag
Waren de mensen in de 17de eeuw voor of tegen de slavernij? Motiveer je antwoord door te verwijzen naar de bronnen.

Slide 19 - Tekstslide

Klas delen
groep 1                                                         groep 2
klassikaal                                                    Zelfstudie 
opdracht maken en bespreken       opdracht zelfstandig maken
(met eventueel hulp)

  

Slide 20 - Tekstslide

Uitleg

Slide 21 - Tekstslide

Toen Portugal en Spanje de enige Europese landen waren dat aan slavernij deed op haar plantages, spraken we er in Nederland schande van...

Slide 22 - Tekstslide

Slavernij zou onchristelijk zijn en 'typisch Spaans-katholiek'. 

Slide 23 - Tekstslide

Zelfs toen de WIC werd opgericht, stond slavernij niet op hun agenda. Men wilde wel nieuwe koloniën, maar die moesten bevolkt worden door Nederlanders. 

Slide 24 - Tekstslide

Pas toen we koloniën overnamen (en de slavenplantages daarop) werd het idee van slavernij snel acceptabel... de slaven waren nodig. 

Slide 25 - Tekstslide

En het leverde ook flink wat geld op... met de handel in slaafgemaakten, de handel in producten en de nevenactiviteiten die erdoor opbloeiden. 

Slide 26 - Tekstslide

Maar de discussie was zeker niet over. Want de kwestie slavernij bleef de gemoederen bezig houden. 

Slide 27 - Tekstslide

Want was slavernij niet gewoonweg fout? En hoe zat het met de behandeling van de slaven?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht
  • Lees de uitspraken van de personen uit de 17e en 18e eeuw.
  • Zet ze in het kwadrant (punt + initialen). 
  • Bepaal of de personen (op basis van de uitspraak voor of tegen slavernij zijn en waarom)   
    .
timer
13:00

Slide 30 - Tekstslide

Nabespreken
Analyseer het kwadrant. 
Wat valt op?

Slide 31 - Tekstslide

Conclusie
Waren de mensen in de 17de eeuw voor of tegen de slavernij? Motiveer je antwoord door te verwijzen naar de bronnen.

Slide 32 - Tekstslide

Jacobus Kapitein
Was hij representatief?

Slide 33 - Tekstslide

1. Een wereld vol slaven
- Je moet kunnen aangeven wat we verstaan onder moderne slavernij en er minstens twee voorbeelden van kunnen noemen.
- Je moet een definitie van het woord slavernij kennen.
- Je moet oorzaken voor het worden van een slaafgemaakte (kunnen her)kennen.
- Je moet kunnen uitleggen waarom West-Europa een uitzondering was mbt slavernij en waardoor dat kwam

2. Slavernij in Afrika
- Je moet kunnen uitleggen waarom de situatie mbt tot slavernij representatief was voor slavernij in Afrika in het algemeen.
- Je moet redenen kunnen noemen waarom mensen in Afrika slaaf werden gemaakt.
- Je moet redenen kunnen noemen waarvoor tot slaaf gemaakten in Afrika werden gebruikt.

3. Slavenhandel in Afrika
- Je moet weten welke twee routes werden gebruikt om tot slaaf gemaakten vanuit Afrika naar elders in de wereld te vervoeren.
- Je moet kunnen uitleggen waarom de Portugezen in de 15e eeuw tot slaaf gemaakten als handelswaar gingen gebruiken.

Slide 34 - Tekstslide

leerdoelen
Je leert (weer) wat representatief is,
Je leert de verschillende visie's op vraagstuk slavernij in de 17de eeuw kennen en begrijpen.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

blz 22: opdracht 24, 26, 32
blz 31: opdracht 3
blz 34: opdracht 2 (bron staat op blz 33)

Slide 37 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 38 - Tekstslide