Present Simple VS Present Continuous

Present Simple VS Present Continuous
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Present Simple VS Present Continuous

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je kunnen aan het einde van de les?
  • je weet wat de Present Simple is;
  • je weet  wanneer je de Present Simple gebruikt;
  • je weet wat de Present Continuous is;
  • je weet wanneer je de Present Continuous gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Jimmy ___ to play games.
A
like
B
likes

Slide 5 - Quizvraag

You ___ in Schijndel.
A
live
B
lives

Slide 6 - Quizvraag

It never ___ in Rosmalen.
A
rain
B
rains

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Choose the Present Continuous.

Our teacher ___ the grammar.
A
explains
B
is explain
C
explaining
D
is explaining

Slide 10 - Quizvraag

Choose the Present Continuous.

Listen! The birds ___ a song!
A
sing
B
singing
C
are sing
D
are singing

Slide 11 - Quizvraag

Choose the Present Continuous.

We ___ to the pub right now.
A
go
B
are going
C
are go
D
going

Slide 12 - Quizvraag

Choose the Present Continuous.

When ___ for vacation?
A
are we leaving
B
are we leave
C
we leaving
D
we leave

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Messi is playing football.
(right now)
Messi plays football.
(but NOT at the moment)

Slide 15 - Tekstslide

1. I like scary movies.
2. He is walking the dog.
3. We are dancing all night long.
4. She plays the piano.
5. They are my parents.
Present Simple
Present Continuous
1
2
3
4
5

Slide 16 - Sleepvraag

She is playing the piano.
A
Present Simple
B
Present Continuous

Slide 17 - Quizvraag

Right now, my parents ___ the Christmas shopping!
A
do
B
are doing

Slide 18 - Quizvraag

I ___ TV every day.
A
watch
B
am watching

Slide 19 - Quizvraag

Wat heb je geleerd?

Slide 20 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
  • Present Simple. Wat is het en wanneer gebruik je het?
  • Present Continuous. Wat is het en wanneer gebruik je het?

Slide 21 - Tekstslide

Present Simple

  • Vorm: 
    hele ww + s (he/she/it)

  • Wanneer gebruiken:
    feiten, gewoonte & regelmaat
Present Continous

  • Vorm:
    am / are / is + ww + ing

  • Wanneer gebruiken:
    Als iets nu aan de gang is

Slide 22 - Tekstslide