Les 3 Methodisch werken - Observeren

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Les 3- Observeren 

Wat gaan we doen vandaag? 

- Terugblikken 

- Verder met: 

          - professioneel observeren

          - factoren die observatie beïnvloeden  

  

Leerdoelen 

Aan het eind van de les; 

• Kan de student de kenmerken van methodisch en planmatig observeren toepassen. 
• Kan de student de relatie tussen stimulus en response beschrijven
• Kan de student omgevingsfactoren die van invloed kunnen zijn op observaties herkennen

Terugblik 

- Signaleren-  en sensitieve responsiviteit-

mishandeling/verwaarlozing  (veilig thuis)

- redenen voor observeren 

- interactief observeren 

- Observaties interpreteren 

Komt binnen via je zintuigen..

1. Gewaarwording
2. Verwerking
3. Prikkels
4. Waarnemen

Waarom zou je als PM'er 'veilig thuis' inschakelen?

Observeren doe je zowel bewust als onbewust

1. Waar
2. Niet waar

Interactief observeren doe je vanaf een afstand

1. Waar
2. Niet waar

Wanneer observeren?

-Als je signalen opvangt dat er iets mis is

-Als je een vraag hebt hoe te handelen

-Als er problemen zijn

-Als je iemand beter wilt leren kennen

-Als je over iemand rapporteert

Doelmatig: Je observeert met een doel

Planmatig observeren

-Aanleiding voor de observatie

-Wie observeer je en met welk doel?

-Op welke vragen wil je antwoord?

-Persoonlijke gegevens van te observeren persoon

-Hoe ga je observeren?

- Welke hulpmiddelen heb je nodig?

-De plaats, situatie, data, tijdstippen en uitvoerders van de observatie

- Hoe de resultaten worden verwerkt en met wie ze gedeeld worden

Basisbehoeften van kinderen 

4 basisbehoeften van kinderen:

-Veilige omgeving

-Hechtingsfiguur

-Autonomie

-Positieve interactie

Voelt een kind zich prettig? --> Observeren!

Betrouwbaar observeren 

Betrouwbare observatie = valide

• Bij herhaling hetzelfde resultaat
• Bij andere observator hetzelfde resultaat

Waarneembaar gedrag 

Kijk naar waarneembaar gedrag. 

• Handelingen
• feitelijke gebeurtenissen

Valide observatie = alleen feitelijk

Prikkels en waarneembaar gedrag/ Stimulus en response 

• Gedrag ontstaat vanuit een prikkel (stimulus)
• Waarneembaar gedrag is de reactie (response)

Omgevingsfactor 

Beïnvloeding door omgeving:

• Temperatuur
• Materialen
• Ruimte
• etc.

Culturele factoren 

Beinvloeding door cultuur:

• Normen
• Waarden
• Gewenst gedrag
• Ongewenst gedrag

Fysieke factoren 

Beïnvloeding door fysieke invloeden:

• lengte
• kracht
• mogelijkheden en beperkingen
• lichamelijke ontwikkelingen

Psychische factoren 

Beïnvloeding door psychische factoren:

• Hoe voelt iemand zich?
• Heeft iemand een psychische stoornis/aandoening?

Moeilijk te observeren!

Lesopdrachten

1. Lees in Thieme het stuk over 'valkuilen bij observeren'

- Leg iedere valkuil uit in jouw eigen woorden, gebruik hierbij een eigen voorbeeld.

2. Zoek m.b.v. google een observatieformulier voor het observeren van een kind of klas. Deze gebruik je als voorbeeld om jouw eigen observatieformulier te maken.

- Kies een kind uit jouw stageklas die je graag zou willen observeren of kies voor een klassenobservatie.

- Bedenk welk doel/ welke vraag je centraal stelt

- Bedenk welk waarneembaar gedrag jij op gaat letten (hoeft niet te uitgebreid)

- laat het formulier checken

- voer uit op stage (volgende les observatie meenemen)