Grammar - Facebook posts

Let's find the mistake together
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2-4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Let's find the mistake together

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

well done!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbeter de fout van het vorige plaatje
A
your losing
B
you're losing
C
you're loosing
D
youre losing

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hoor je het woord wat bedoeld wordt eigenlijk te schrijven?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet de komma?
A
na so
B
na much
C
na calling
D
na me

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woordje "then" in deze post?
A
dan
B
daarom
C
daarna
D
daar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel fouten staan er in de originele post op het vorige plaatje?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Let's discuss this together

Slide 13 - Tekstslide

Punctual - about time
Punctuation - periods, comma

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hoor je het woord wat bedoeld wordt eigenlijk te schrijven?
A
happiness
B
happines
C
hapiness
D
happieness

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Sewer is technically correct but tailor might be a better alternative
Wat betekent sewer?
A
zaaier
B
riool
C
naaier
D
naaister

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent "their"?
A
zij zijn
B
van hen (bezittelijk)
C
daarom
D
daar

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

gonna or going to

Slide 22 - Tekstslide

Another, UK, waste, normal?

Slide 23 - Tekstslide

honor
Hone is scherp maken of perfect maken

Slide 24 - Tekstslide

you
lil or little
ill = ziek

Slide 25 - Tekstslide

We're here

Slide 26 - Tekstslide

They're

Slide 27 - Tekstslide

They're

Slide 28 - Tekstslide

Exit

Slide 29 - Tekstslide

Appointment

Slide 30 - Tekstslide

your

Slide 31 - Tekstslide

you're

Slide 32 - Tekstslide

Ceasar salad

Slide 33 - Tekstslide

persecuted

Slide 34 - Tekstslide

Too

Slide 35 - Tekstslide

Too

Slide 36 - Tekstslide

lasts forever

Slide 37 - Tekstslide

it gets better

Slide 38 - Tekstslide

Than

Slide 39 - Tekstslide

Never and don't double negative = give up

Slide 40 - Tekstslide

What didn't kill me
What doesn't kill me

Slide 41 - Tekstslide

She flies with her own wings