Jou/jouw

Maak een voorbeeldzin met het woord 'jou'.
1 / 11
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Maak een voorbeeldzin met het woord 'jou'.

Slide 1 - Open vraag

Maak een voorbeeldzin met het woord 'jouw' .

Slide 2 - Open vraag

Jou of jouw? Wat is het verschil?

Slide 3 - Tekstslide

Maak 2 zinnen met 'je'. Gebruik 'je' op verschillende manieren.

Slide 4 - Open vraag

Markeer de bezittelijke voornaamwoorden.
1. Mijn kamer is een grote bende terwijl zijn kamer erg schoon is.
2. Van onze ouders moet ik mijn kamer schoonmaken. En voor straf ook hun kamer.
3. Jouw schrift lag in hun kamer en ons boek lag daar ook.
4. Op het schrift stonden de woorden 'uw huis is niet het uwe'.
5. Ik wil jouw schift houden, want jij hebt nog steeds mijn nieuwe spelcomputer.
6. Ik heb nu de spelcomputer van jouw zusje geleend, maar ze wil haar spelcomputer graag terug.
7. Ik wil dus snel mijn computer terug, het is ook de mijne!
8. Een jongen uit mijn klas heeft ook een leuk spel, maar het is eigenlijk van zijn vader.
9. Die vader is gek op games en alle spellen in hun huis zijn dan ook de zijne.
10. Maar ik ga nu eindelijk die kamer poetsen met uw schoonmaakspullen.

Slide 5 - Tekstslide

 Verbeter de fouten!
In onderstaande zinnen zijn fouten gemaakt met het gebruik van bezittelijke voornaamwoorden. 
1. Ik heb me echt niet vergist toen ik me buurman zag lopen in die stad in Frankrijk.
2.Hoewel hij hun goed kende, deed hij net of hij ze niet zag.
3. Is dat jou beker of die van mijn?
4. Kom hier! riep de zenuwachtige vader tegen ze kind.
5. Heeft de serveerster uw goed geholpen, of hebt u klachten?



Slide 6 - Tekstslide

Hen/ hun
Wat is het verschil?

Slide 7 - Tekstslide

Maak een voorbeeldzin met 'hen/hun'.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link

Studiemeter
Starttaal online/ compact > 3F > Taalverzorging > Stijlkwesties > jou/jouw
VIA Starttaal online > 3F > Stijl > jou/jouw

Slide 11 - Tekstslide