5 oefenen voor proefwerk

oudheid
middeleeuwen
vroegmoderne tijd
moderne tijd
prehistorie
tijd van burgers en stoommachines
1800-1900
1 / 10
volgende
Slide 1: Sleepvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

oudheid
middeleeuwen
vroegmoderne tijd
moderne tijd
prehistorie
tijd van burgers en stoommachines
1800-1900

Slide 1 - Sleepvraag

politiek
cultuur
sociale verhoudingen
economie
hoe een land bestuurd wordt.
hoe mensen en bedrijven in hun onderhoud voorzien.
hou mensen met elkaar samenleven.
hoe mensen zich uiten en kleden.

Slide 2 - Sleepvraag

noem twee politieke veranderingen uit de 19e eeuw.

Slide 3 - Open vraag

noem een economische verandering in de tijd van burgers en stoommachines.

Slide 4 - Open vraag

noem een verandering in de sociale verhoudingen in de 19e eeuw.

Slide 5 - Open vraag

dienstensector
censuskiesrecht
confessionalisme
conservatisme
socialisme
politiek maatschappelijke beweging die gelijkheid voor de arbeiders nastreeft.
politiek maatschappelijke beweging die uitgaat van het geloof.
wil bestaande toestanden behouden.
mensen die genoeg belasting betalen mogen stemmen.
deel van de economie waarbij je niets tastbaars produceert.

Slide 6 - Sleepvraag

in de eerste eeuw van de ____________ tijd, de tijd van burgers en __________, ontstond een industriële _________ waarin de meeste mensen in _____________ woonden. Door de industriële ________________ werden _________________gemaakt met _________________
stoommachines
steden
samenleving
revolutie
producten
moderne
machines
industrialisatie

Slide 7 - Sleepvraag

noem drie beroepssectoren uit de 19e eeuw.

Slide 8 - Open vraag

juist
onjuist
de sociale kwestie was een gevolg van de industrialisatie.
armoede was een nieuw verschijnsel in de 19e eeuw.
de sociale wetten van na 1880 waren een gevolg van sociale spanningen.
in 1900 was de sociale kwestie voor een groot deel opgelost.

Slide 9 - Sleepvraag

Zet de letters in de juiste tijdsvolgorde.

A.   Alle burgers kozen het parlement.
B.   Nederland werd een constitutionele monarchie.
C.   Nederland werd een parlementaire democratie.
D.   Thorbecke maakte een nieuwe grondwet.
E.   Willem I oefende veel macht uit.
F.   Willem II stond verandering toe.
A
B
C
D
E
F

Slide 10 - Sleepvraag