8.5 Gehoorschade

8.5 Gehoorschade
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

8.5 Gehoorschade

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Uitleg 8.5
Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Gehoorschade
De blauwe vinvis kan heel harde geluiden produceren. Een duiker kan zonder gehoorschade op te lopen naast de vinvis zwemmen.
Hoe kan dit.

Slide 3 - Tekstslide

Het gehoor
Je oor bestaat uit drie delen: 
* het buitenoor
* het middenoor 
* het binnenoor

Slide 4 - Tekstslide

Het gehoor
Geluid komt via je oorschelp je gehoorgang in.De trilling van de lucht wordt door het trommelvlies via de gehoorbeentjes doorgegeven aan het slakkenhuis. Het slakkenhuis zet de trillingen om in signalen die via de gehoorzenuw naar de hersenen gaan.

Slide 5 - Tekstslide

Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 6 - Sleepvraag

Het gehoor
Een menselijk oor kan geluiden horen met frequenties tussen de 20hz en 20.000hertz.

Oudere mensen horen hoge tonen niet meer zo goed.

Onder de 20hz heet het geluid infrasoon
Boven de 20.000hz heet het geluid ultrasoon

Slide 7 - Tekstslide

Het gehoor
In de linker figuur zie je welke frequenties de mens en enkele diersoorten kunnen horen.

Slide 8 - Tekstslide

Geluid met een frequentie van 25 kHz heet
A
infrarood
B
infrasoon
C
ultrasound
D
ultrasoon

Slide 9 - Quizvraag

Mensen kunnen een frequentie van 100Hz
A
wel horen
B
niet horen

Slide 10 - Quizvraag

Tussen welke frequenties kunnen mensen horen
A
20Hz en 2000Hz
B
20Hz en 20.000Hz
C
200Hz en 20kHz
D
2kHz en 20kHz

Slide 11 - Quizvraag

Welk dier hoort de hoogste frequenties
A
Bruinvis
B
hond
C
krokodil
D
mot

Slide 12 - Quizvraag

Welke dieren horen infrasone geluidem
A
hond en krokodil
B
kat en hond
C
bruinvis en mot
D
vleermuis en mot

Slide 13 - Quizvraag

Gehoorschade
Gehoorbeschadiging treed op bij te hard geluid en geluid dat je lang en vaak hoort.

De trilhaartjes gaan kapot en herstellen zich niet.
Soms kan zelfs het trommelvlies scheuren.

trilhaartjes en kapotte trilhaartjes

Slide 14 - Tekstslide

Gehoorschade
Als je gehoor slecht wordt kun je het geluid met een gehoorapparaat versterken.

Gehoorapparaatjes versterken bepaalde tonen.

Slide 15 - Tekstslide

Gehoorschade
Als je niet goed hoort kun je bij een arts of audicien een audiogram laten maken.
Een audiogram maak je met een toongenerator en een koptelefoon.

audiogram van iemand met gehoorschade.

Slide 16 - Tekstslide

Lees de tekst en beantwoord de vraag.

Slide 17 - Tekstslide

Bij welke geluidssterkte treed gehoorbeschadiging op
A
20.000Hz
B
60dB
C
80dB
D
100dB

Slide 18 - Quizvraag

Welke tonen horen oude mensen niet goed.
A
lage tonen
B
tonen tussen de 100Hz en 3000Hz
C
Hoge tonen
D
tonen tussen de 20hz en 20kHz

Slide 19 - Quizvraag


Hoe noem je de linker grafiek
A
een frequentie grafiek
B
een geluidssterkte grafiek
C
een geluidsniveau grafiek
D
een audiogram

Slide 20 - Quizvraag


Welke tonen kan de persoon waarvan dit audiogram is niet goed horen
A
250Hz t/m 1000Hz
B
2000Hz t/m 8000Hz
C
4000Hz t/m 8000Hz
D
250Hz t/m 8000Hz

Slide 21 - Quizvraag

Geluidsoverlast

Slide 22 - Tekstslide

Geluidsoverlast
o
Bij geluidsoverlast ondervind je hinder door te veel geluid.

Slide 23 - Tekstslide

Maatregelen bij de bron
Lagere snelheid op de snelweg


Apparaten isoleren.

Geluidsarm asfalt

stereo zachter zetten

Slide 24 - Tekstslide

maatregelen bij de ontvanger
gehoorbescherming:
oordopjes en gehoorkappen
Verder van het geluid gaan staan.
Huizen verder van de weg af bouwen.

Geen huizen bij een vliegveld bouwen.

Slide 25 - Tekstslide

maatregelen tussen de bron en ontvanger
Geluidswallen en geluidsschermen
Muur en dakisolatie

dubbelglas

Slide 26 - Tekstslide

Geef bij de volgende maatregel aan waar de geluidsoverlast wordt bestreden.

de ontwikkeling van elektrische auto's
A
bij de bron
B
bij de ontvanger
C
tussen de bron en ontvanger
D
Bij de bron en ontvanger

Slide 27 - Quizvraag

Geef bij de volgende maatregel aan waar de geluidsoverlast wordt bestreden.

De aanleg van een geluidswal langs de snelweg
A
bij de bron
B
bij de ontvanger
C
tussen de bron en ontvanger
D
Bij de bron en ontvanger

Slide 28 - Quizvraag

Geef bij de volgende maatregel aan waar de geluidsoverlast wordt bestreden.

Een fabrieksarbeider draagt oordoppen
A
bij de bron
B
bij de ontvanger
C
tussen de bron en ontvanger
D
Bij de bron en ontvanger

Slide 29 - Quizvraag

Aan de slag
Opdrachten 8.5

Slide 30 - Tekstslide

0

Slide 31 - Video