Examenidioom bladzijde 11-15
Vertaal: wichtig
1 / 15
Onderdelen in deze les
Vertaal: wichtig
Slide 1 - Open vraag
Positief of negatief: begeistert
A
positief
B
negatief
Slide 2 - Quizvraag
Vertaal: (er)staunen
Slide 3 - Open vraag
Positief of negatief: gleichgültig
A
positief
B
negatief
Slide 4 - Quizvraag
Vertaal: zeigen
Slide 5 - Open vraag
Vertaal: Fähigkeit
Slide 6 - Open vraag
Vertaal: angeblich
Slide 7 - Open vraag
Herausforderung
A
uitdaging
B
resultaat
C
opvoeding
D
prestatie
Slide 8 - Quizvraag
Bilanz
A
uitdaging
B
resultaat
C
opvoeding
D
prestatie
Slide 9 - Quizvraag
Erziehung
A
uitdaging
B
resultaat
C
opvoeding
D
prestatie
Slide 10 - Quizvraag
Leistung
A
uitdaging
B
resultaat
C
opvoeding
D
prestatie
Slide 11 - Quizvraag
Positief of negatief: Kündigung
A
positief
B
negatief
Slide 12 - Quizvraag
Geschichte
A
verhaal
B
business
C
geschiedenis
D
werkwijze
Slide 13 - Quizvraag
Vertaal: Behörde
Slide 14 - Open vraag
Vertaal: Umwelt
