levensfase basisschool kind

Levensfases
Communicatie

1.11 Basisschool project
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Levensfases
Communicatie

1.11 Basisschool project

Slide 1 - Tekstslide

Les inhoud:
- Wat zijn levensfases + welke zijn er?
- Ontwikkelingspsychologie
- Leeftijdsfase basisschoolkind
- Verdieping in de doelgroep

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent volgens jou het begrip: levensfase

Slide 3 - Open vraag

Betekenis:
"Stadium in het leven van een individu"

Slide 4 - Tekstslide

Welke levensfase ken je?

Slide 5 - Open vraag

De fases *
  • Baby/Zuigeling (0-18 maanden)
  • Peuter (18 maanden tot 4 jaar)
  • Kleuter (4 tot 6 jaar)
  • Basisschoolkind (6 tot 12 jaar)
  • Puber (12 tot 17 jaar)
  • Adolescent (17 tot 21 jaar)
  • Volwassene (21 tot 65 jaar)
  • Oudere mens (65 + jaar)



Slide 6 - Tekstslide

Ontwikkelingspsychologie
Van fase naar fase gaan = Ontwikkelingspsychologie 

Verschillende theorieën over... 
  • Erik Erikson
  • Jean Piaget

Slide 7 - Tekstslide

Ontwikkelingsaspecten:
  • lichamelijke ontwikkeling
  • cognitieve ontwikkeling
  • sociale ontwikkeling
  • persoonlijkheidsontwikkeling
  • emotionele ontwikkeling
  • seksuele ontwikkeling

Slide 8 - Tekstslide

Belemmeringen
Ook al ligt de ontwikkeling in grote lijnen vast, toch verloopt de ontwikkeling van ieder mens op unieke wijze.
   

Dit komt omdat er factoren zijn die invloed uitoefenen op de ontwikkeling van de mens, namelijk:
  • interne factoren (nature)
  • externe factoren (nurture)
  • zelfbepaling

Slide 9 - Tekstslide

Interne factoren
  • Aangeboren, komt voort uit het erfelijk materiaal dat een kind meekrijgt van zijn ouders
  • Uiterlijk, maar ook talent of karaktereigenschappen

Ga maar eens bij jezelf na:
Welke dingen heb jij meegekregen van je ouders? Talenten, kwaliteiten etc.

Slide 10 - Tekstslide

Externe factoren:
Er zijn factoren van buitenaf die de ontwikkeling bepalen. Daarbij gaat het om:
  • de directe omgeving
  • sociale en economische factoren
  • culturele factoren
  • ingrijpende levensgebeurtenis
Welke externe factor heeft bij jou invloed gehad op jouw ontwikkeling?


Slide 11 - Tekstslide

Voorwaardes voor ontwikkeling
  • een kind moet zich veilig en vertrouwd voelen bij de opvoeder
  • er moet zowel verbaal als non-verbaal contact zijn tussen opvoeders en kind
  • een kind moet de mogelijkheid hebben om zelf te onderzoeken
  • er moet een stimulerende omgeving zijn
  • een kind moet de mogelijkheid hebben om te spelen
  • een kind moet voldoende bewegingsvrijheid hebben
  • een kind moet veiligheid en grenzen worden geboden

Slide 12 - Tekstslide

Het basisschoolkind:
- Groeispurt (verschil tussen jongens en meisjes)
- Cognitieve ontwikkeling (realiteitsbesef, concentratie, abstract denken)
- Emotionele ontwikkeling (van stabiel naar onzeker/vragend)
- Normen/waarden en zelfbeeld ontwikkelt
- Sociaal (erbij willen horen, niet opvallen, omgeving van invloed)

Slide 13 - Tekstslide

Het basisschoolkind:
Seksueel:
  • 6 tot 9 jr: geen voorkeur voor geslacht. 
  • 10 tot 12 jr: eigen geslacht voorkeur. lichte seksuele ondertoon. 

Slide 14 - Tekstslide

Denk eens terug... 
Met alle informatie die je nu hebt ontvangen:
  • Wat weet jij nog van je eigen tijd op de basisschool?
  • Waar lagen toen jou interesses? 
  • Wat deed je in je vrije tijd? 
  • Opdracht: Maak een mind-map (zie voorbeeld).
  • Klassikaal bespreken.

Slide 15 - Tekstslide

Even opsommen...
- Je weet nu de aspecten van de ontwikkeling van een basisschoolkind. 
- Je weet waar de interesses liggen. 
- Je bent bezig met het ontwerpen voor opdrachten/ lessen voor deze kinderen... 

Slide 16 - Tekstslide

Wat neem je mee naar het ontwerpen:

Slide 17 - Open vraag