14.2-1 Gehoorzintuig V5 2223

Hoe komt het dat alleen jongeren hele hoge tonen horen?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe komt het dat alleen jongeren hele hoge tonen horen?

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud hoofdstuk
14.1 Zintuigcellen (plus evenwichtszintuig)
14.2 Gehoorzintuig
14.3 Gezichtszintuig
14.4 Netvlies en de hersenen
14.5 Zintuigen en regeling

Slide 2 - Tekstslide

Rode peper
Thermoreceptoren
temperatuur zorgt voor openen 
Na+ poorten, de Na+ poort heeft een
temperatuurgevoelig eiwit. Dit eiwit is
ook gevoelig voor capsaïcine, een 
stofje in de zaadlijsten van rode peper

Slide 3 - Tekstslide

Doel 14.2
Je leert de bouw van het oor met de verschillende onderdelen
Je leert hoe de zintuigcellen in het oor geluiden opvangen en doorgeven



Slide 4 - Tekstslide

Het gehoorzintuig (BINAS 87D)

Slide 5 - Tekstslide

De gehoorbeentjes zitten in
A
de gehoorgang
B
het middenoor
C
het binnenoor
D
de buis van eustachius

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slakkenhuis
Eigen frequentie
basilair membraan.

10000 Hz (hoge toon):
dichtbij in het slakkenhuis
400 Hz (lage toon):
ver in het slakkenhuis


Slide 8 - Tekstslide

Welke geluidsgolven komen aan het einde van het slakkenhuis?
A
zachte basmuziek
B
zacht stemgeluid
C
postoolschot
D
rookalarm

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Dwarsdoorsnede slakkenhuis

Slide 11 - Tekstslide

Depolarisatie door instroom K+ (!) in de zintuigcel door druk op de zintuigharen/ ciliën.

Slide 12 - Tekstslide

Endolymfe




Calciumpoort reageert op spanningsverschil



Blaasje met neurotransmitter

Perilymfe
Haarcel in orgaan van Corti




Depolarisatie







Gehoorzenuwcel

Slide 13 - Tekstslide

Geluidsgolven vs impulsen
Hoge toon: hoge frequentie
Lage toon: lage frequentie
-> andere plek in het basilair membraan
-> andere zenuwcel


Slide 14 - Tekstslide

Geluidsgolven vs impulsen
Harde toon: grote amplitude
Zachte toon: kleine amplitude
Hoge/ lage frequentie impulsen door de zenuwcellen





Slide 15 - Tekstslide

Richting van het geluid






Snelheid van het geluid in lucht: +/- 340 m/s

Slide 16 - Tekstslide

Snelheid van het geluid in water: +/- 1500 m/s
Wat gebeurt er met je gehoor onder water?
A
Je kunt minder goed horen
B
Je kunt beter horen
C
Je kunt de richting niet meer bepalen

Slide 17 - Quizvraag

Geluidssterkte
Wordt uitgedrukt in dB. Elke 10 dB erbij is 2 x zo hard.



Slide 18 - Tekstslide

Geluidssterkte

Slide 19 - Tekstslide

Gehoorbeschadiging

Slide 20 - Tekstslide

Gehoorbeschadiging

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

        H14.2 Gehoorzintuig





Hoe komt het dat alleen jongeren hele hoge tonen horen?

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht - Oor

1. Beschrijf de impulsweg van het geluid vanaf de gehoorgang t/m de registratie van het geluid in de hersenen met een pijlendiagram.
2. Leg uit, m.b.v. de bouw van het slakkenhuis, het ontstaan van impulsen in dit deel. (dus omschrijf het depolarisatieproces in de gehoorzintuigcel).
3. Beschrijf waarom ouderen hoge tonen niet meer kunnen horen.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Doel 14.2
Je hebt de bouw van het oor met de verschillende onderdelen geleerd
Je hebt geleerd hoe de zintuigcellen in het oor geluiden opvangen en doorgeven



Slide 27 - Tekstslide

BINAS 14.2
BINAS 87D Gehoor en evenwicht

Slide 28 - Tekstslide

Begrippen 14.2
thalamus, toonhoogtes, haarcellen, mechanoreceptoren, buitenoor, oorschelp, hegoorgang, trommelvlies, middenoor, buis van eustachius, schedelbeenderen, gehoorbeentjes, hamer, aambeeld, stijgbeugel, binnenoor, slakkenhuis, ovale venster/ foramen ovale, ronde venster, endolymfe, perilymfe, basilair membraan, trillingsfrequentie, decibel, gehoorschade, ciliën

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode.
Maak de opdrachten van 
14.2: Leerroute B (4 t/m 6)


Slide 30 - Tekstslide