Afronden

Afronden 
Aan het einde van de les:

- kun je afronden op 'mooie' getallen, afhankelijk van de situatie
- kun je antwoorden afronden op een manier die past bij de context van de situatie.


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 43 min

Onderdelen in deze les

Afronden 
Aan het einde van de les:

- kun je afronden op 'mooie' getallen, afhankelijk van de situatie
- kun je antwoorden afronden op een manier die past bij de context van de situatie.


Slide 1 - Tekstslide

Ophalen voorkennis

Slide 2 - Tekstslide

1.250.799
Hoeveel is de 1 waard?
A
10.000
B
100.000
C
1.000.000
D
1.000

Slide 3 - Quizvraag

1 500 000
A
2 miljoen
B
1 miljoen 500 duizend
C
1 miljard 500 miljoen
D
1 miljard 500 duizend

Slide 4 - Quizvraag

Afronden
Afrondregel:

1. Waar moet ik op afronden?
2. Wat is het volgende getal?
3. Afrondregel: 

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik: wat weet jij nog van de regels
m.b.t. het afronden van getallen?

Slide 6 - Open vraag

Afronden op 'mooie' getallen
293 542
Afronden op tientallen: 
Afronden op honderdtallen: 
Afronden op duizendtallen: 

Slide 7 - Tekstslide

Ruim ...... internationale bezoekers naar ons land.


Welk getal zal in de krantenkop genoemd worden?
Rond het aantal bezoekers af op miljoenen.
In 2014 bezochten 14 236 548
internationale bezoekers ons land.

Slide 8 - Tekstslide

Rond af op duizendtallen.
247.527

Slide 9 - Woordweb

Rond af op miljoenen: 15 483 917
Waar kijk je naar?
A
15 480 000
B
15 000 000
C
16 000 000
D
15 500 000

Slide 10 - Quizvraag

Rond af op tientallen
5 879 198

Slide 11 - Woordweb

Verstandig afronden
Je kunt niet altijd volgens de regels afronden.

Afhankelijk van de situatie moet je soms op een andere manier afronden.



Slide 12 - Tekstslide

"Verstandig afronden"
Je kunt niet altijd volgens de regels afronden.
Kun je hier een voorbeeld van benoemen?

Slide 13 - Open vraag

Verstandig afronden
Je kunt niet altijd volgens de regels afronden.
Afhankelijk van de situatie moet je soms op een andere manier afronden.

Voorbeeld: Johan heeft 120 wandtegels nodig voor zijn badkamer. Deze tegels worden verkocht in pakken van 7 tegels.
Hoeveel pakken moet Johan kopen?

Slide 14 - Tekstslide

Verstandig afronden
Je kunt niet altijd volgens de regels afronden.
Afhankelijk van de situatie moet je soms op een andere manier afronden.

Voorbeeld:
Johan heeft 120 wandtegels nodig voor zijn badkamer.
Deze tegels worden verkocht in pakken van 7 tegels.
Hoeveel pakken moet Johan kopen?
120 : 7 = 17,1     Johan moet 18 pakken wandtegels kopen.

Slide 15 - Tekstslide

Honderdvijfenvijftig studenten gaan met touringcars naar Praag. Hoeveel touringcars moet de school bestellen?

touringcar
met 54 zitplaatsen

Slide 16 - Woordweb

Verstandig afronden
155 : 54 = 2,87037037
De school moet drie touringcars bestellen.



touringcar
met 54 zitplaatsen

Slide 17 - Tekstslide

Rond 1,637 af op 2 decimalen.

A
1,64
B
1,63
C
1,6
D
1,7

Slide 18 - Quizvraag

Rond
5,579 af op één decimaal
A
5,5
B
5,6
C
5,55
D
5,7

Slide 19 - Quizvraag

Rond 15,49 af op en heel getal
A
16
B
15
C
15,5
D
15,4

Slide 20 - Quizvraag

Rond 26.750 af op duizenden

A
27000
B
26800
C
26000
D
27750

Slide 21 - Quizvraag

Afronden 
Aan het einde van de les:

- kun je afronden op 'mooie' getallen, afhankelijk van de situatie
- kun je antwoorden afronden op een manier die past bij de context van de situatie.


Slide 22 - Tekstslide

Wat hebben jullie vandaag geleerd?

Slide 23 - Open vraag