Handhygiëne opleiding concept

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Handhygiëne 

Doel van de les

De student kan aan het einde van de les verwoorden:

- wat handhygiëne is

- het belang van handhygiëne in  de zorg

- wat de student zelf kan doen aan goed (hand)hygiëne

- wanneer ze de handhygiëne  kan toepassen in de praktijk

Wat weet je al over
handhygiëne

Wat is handhygiëne?

Handhygiëne betekent het schoon houden van je handen om ziektes te voorkomen. Dit kan door handen te wassen of te desinfecteren.

Leg uit wat handhygiëne precies is en waarom het belangrijk is.

Wanneer moet je handen wassen?

Je moet je handen wassen voor het eten, na het toiletgebruik, na het hoesten of niezen en na het aanraken van dieren.

Geef aan wanneer het belangrijk is om je handen te wassen.

Hoe was je je handen?

• Gebruik schone materialen: vloeibare zeep (geen stuk zeep) 
• Raak de kraan niet aan met je handen als je je handen gewassen hebt
• Neem de tijd: was je handen minimaal 10 seconden.
• Doe het op de juiste manier (volgens protocol) en vergeet vingertoppen, duimen, ruimte tussen je vingers en je polsen niet.

Laat zien hoe je stap voor stap je handen moet wassen.

Wanneer moet je je handen desinfecteren?

Je moet je handen desinfecteren als er geen water en zeep beschikbaar zijn, bijvoorbeeld onderweg. Ook na het wassen van je handen is het goed om ze te desinfecteren.

Geef aan wanneer het goed is om je handen te desinfecteren.

Hoe desinfecteer je je handen?

Gebruik een handgel of spray met minstens 70% alcohol. Wrijf de gel of spray goed in op je handen en wacht tot het droog is.

Laat zien hoe je stap voor stap je handen kunt desinfecteren.

Is handhygiëne in de zorg belangrijk?

1. Nee, als je zelf gezond bent is dit geen probleem
2. Ja, dit is een maatregel om kruisbesmetting te voorkomen.
3. Ja, dit is een maatregel om gezond over te komen op een ander.

Micro-organismen

Besmetting gebeurd door micro-organismen, die het lichaam binnen dringen. 

1. Het afweersysteem maakt de micro-organismen onschadelijk.

2. De micro-organismen vermeerderen en verspreiden zich. (infectie).

Micro-organismen kunnen overgebracht worden door:

• direct contact: van de ene op de andere persoon
  
• indirect contact: bijvoorbeeld door ontlasting via een hand over te brengen op een volgende persoon ( kruisbesmetting). 

• druppelinfectie: via de lucht: door hoesten of niesen. 

Kruisinfectie

• Zorgvragers hebben verminderde weerstand
•  In instellingen veel mensen op relatief klein oppervlakte
• Kans van toegangswegen van  micro-organismen het grootst (wonden e.d.)

Wat valt je op in deze film?

Wat kun je zelf doen?

Draag een wit uniform met korte mouw

Korte nagels

Geen sieraden

Haren vast

Goede handhygiene

Waarom is handhygiëne belangrijk?

Door je handen schoon te houden, voorkom je dat je ziektes verspreidt en dat je zelf ziek wordt. Zo blijf je gezond!

Benadruk waarom handhygiëne zo belangrijk is.

handhygiene, wanneer wassen met water en zeep?

1. voor patientcontact
2. na patientcontact
3. na wc bezoek
4. voor een steriele behandeling

Voor de handeling pas je natuurlijk handhygiëne toe, moet je ook handschoenen aan?

1. Niet verplicht volgends protocol .
2. volgends protocol wel.

Wat is de meest effectieve manier van handhygiëne?

1. Wassen met water en zeep
2. Wassen met desinfecterende zeep
3. Wassen met zeep en daarna desinfecteren met alcohol
4. Desinfecteren met alcohol

Handhygiëne pas ik toe...

1. Voor de handeling
2. Tijdens de handeling
3. Na de handeling
4. Voor en na de handeling

Waarom is handhygiëne belangrijk?

1. omdat het moet van de inspectie
2. omdat de cliënt het graag wil
3. omdat ik mij vies voel na het aanraken van de cliënten
4. omdat ik daarmee het verspreiden van bacteriën en virussen kan voorkomen

www.tiktok.com

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.