Woche 9 BL

Unterrichtsziele (lesdoelen)
  • Du kannst die Prüfung am 8. März machen 
  • je weet hoe je met "feesttenten" werkwoorden gebruikt
  • je kent de gekleurde woordjes van Kapitel 4
  • Je kent de Plauderecke H van Kapitel 4
  • je weet hoe je getallen in het Duits schrijft
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Unterrichtsziele (lesdoelen)
  • Du kannst die Prüfung am 8. März machen 
  • je weet hoe je met "feesttenten" werkwoorden gebruikt
  • je kent de gekleurde woordjes van Kapitel 4
  • Je kent de Plauderecke H van Kapitel 4
  • je weet hoe je getallen in het Duits schrijft

Slide 1 - Tekstslide

Maak opdracht 2 en 3 op blz 174
Gebruik evt het plaatje
Maak een foto van de opdrachten

Slide 2 - Open vraag

Bekijk de woordjes nog eens goed

Slide 3 - Tekstslide

Welke van de gekleurde woorden hebben
allemaal met sport te maken?
Er zijn er 11 in totaal! Schrijf ze allemaal in het
Duits over. Vergeet de hoofdletters niet!

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Welke gekleurde woorden hebben allemaal te
maken met voetbal? (7)
Schrijf die woorden in het Duits op
Denk ook aan het lidwoord en de hoofdletter

Slide 6 - Open vraag

Maak nu blz 175
Kijk in de woordenlijsten
Je kunt ze inzoomen!
maak een foto van blz 175

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Maak nu opdracht 1
op blz 174
kijk goed op de uitlegplaatjes

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

vertaal:
Speel jij een instrument?
Denk ook aan hoofdletters!

Slide 12 - Open vraag

vertaal:
Wat is jouw hobby?
Denk ook aan hoofdletters!

Slide 13 - Open vraag

vertaal:
Wat doe jij samen met jouw vrienden?
Denk ook aan hoofdletters!

Slide 14 - Open vraag

De dikgedrukte woorden kun je vervangen door andere hobby's!

Slide 15 - Tekstslide

Ook hier kun je dikgedrukte woorden veranderen

Slide 16 - Tekstslide

Vertaal:
Mijn hobby is gamen

Slide 17 - Open vraag

Vertaal:
Ik train in het weekend
("nur" betekent "alleen maar", dit
woord heb je niet nodig)

Slide 18 - Open vraag

Schrijf 5 activiteiten op die je in je leven in ieder geval gedaan wilt hebben.

Slide 19 - Woordweb

Lees nu in de volgende dia wat Leonie graag wil doen in haar leven

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Zoek van 5 moeilijke woorden uit
de tekst de betekenissen
schrijf de woorden en betekenissen
hier onder op

Slide 22 - Open vraag