Grammatica zinsdelen

Wat is de PV?
De boer heeft de koe gemolken.
A
de koe
B
heeft gemolken
C
De boer
D
heeft
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is de PV?
De boer heeft de koe gemolken.
A
de koe
B
heeft gemolken
C
De boer
D
heeft

Slide 1 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?
De boer heeft de koe gemolken.
A
heeft
B
de koe
C
gemolken
D
De boer

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp?
De boer heeft de koe gemolken.
A
De boer
B
heeft
C
de koe
D
gemolken

Slide 3 - Quizvraag

Uit hoeveel zinsdelen bestaat de zin?
De boer heeft de koe gemolken.

Slide 4 - Open vraag

Wat is de PV?
De bloemist heeft prachtige bloemen verkocht.
A
prachtige bloemen
B
heeft verkocht
C
heeft
D
De bloemist

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel zinsdelen heeft de zin?
De bloemist heeft prachtige bloemen verkocht.
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?
De bloemist heeft prachtige bloemen verkocht.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp?
De bloemist heeft prachtige bloemen verkocht.

Slide 8 - Open vraag

Is de PV altijd een werkwoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Hoe weet je wat een zinsdeel is?

Slide 10 - Open vraag

Hoeveel zinsdelen heeft de zin?
De boer heeft de paarden gevoerd.
A
5
B
3
C
4
D
6

Slide 11 - Quizvraag

PV
Ond
lv
Gez
De boer
heeft
de paarden
gevoerd.

Slide 12 - Sleepvraag

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 13 - Open vraag

Wat is het onderwerp?
De groenteteler heeft een hulpje gezocht voor in het weekend.

Slide 14 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp?
We gaan in de stal het kalfje bekijken.

Slide 15 - Open vraag

Hoe noem je 'gaan bekijken' in deze zin?
We gaan in de stal het kalfje bekijken.

Slide 16 - Open vraag

Zet de zin in een andere tijd.
We gaan in de stal het kalfje bekijken.

Slide 17 - Open vraag