2H3 - Adjectives / comparisons

Welcome, 2H3!
Please sign up for the LessonUp by entering the code in the bottom left of the screen!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome, 2H3!
Please sign up for the LessonUp by entering the code in the bottom left of the screen!

Slide 1 - Tekstslide

Lesson programme
At the end of the lesson, you can make comparisons with adjectives. 

Slide 2 - Tekstslide

What is an 'adjective' and what does it do?

Slide 3 - Open vraag

Adjective
Een 'adjective' is een bijvoeglijk naamwoord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord.
Bijvoeglijk naamwoorden beschrijven dus een eigenschap van een zelfstandig naamwoord, bv. de kleur, de leeftijd, de vorm, 

Slide 4 - Tekstslide




quick - quicker - quickest
small - smaller - smallest
fit - fitter - fitter
strange - stranger - strangest 



more popular - most popular
more terrible - most terrible
more important - most important
more intelligent - most intelligent


Vergrotende en overtreffende trap
Wat is de regel? Wanneer gebruik je -er en -est achter het woord en wanneer more en most voor het woord? 

Slide 5 - Tekstslide




één lettergreep:
quick - quicker - quickest
small - smaller - smallest
fit - fitter - fitter
strange - stranger - strangest 



drie (of meer) lettergrepen:
more popular - most popular
more terrible - most terrible
more important - most important
more intelligent - most intelligent


Vergrotende en overtreffende trap

Slide 6 - Tekstslide

s

twee lettergrepen
-le / -er /  -ow / -y > -er of -est

little - littler - littlest
narrow - narrower - narrowest
sleepy - sleepier - sleepiest





twee lettergrepen
anders > more / most

more thoughtful - most thoughtful
more useful - most useful 
Vergrotende en overtreffende trap

Slide 7 - Tekstslide

quick - quicker THAN - THE quickest
simple - simpler THAN - THE simplest
famous - more famous THAN - THE most famous
popular - more popular THAN - THE most popular

as + adjective (normale vorm) + as ..
He is as quick as his friend. / It is not as important as you think.  

Vergrotende en overtreffende trap

Slide 8 - Tekstslide

The comparative (vergrotende trap) of tight is:

A
more tight
B
tighter
C
more tighter
D
tightier

Slide 9 - Quizvraag

The comparative (vergrotende trap) of joyful is:


A
joyfuller
B
joyfullest
C
more joyful
D
more joyfuller

Slide 10 - Quizvraag

The superlative (overtreffende trap) of hot is:


A
hotter
B
most hot
C
most hotter
D
hottest

Slide 11 - Quizvraag

The superlative (overtreffende trap) of heavy is:


A
heavyest
B
most heavy
C
heavest
D
heaviest

Slide 12 - Quizvraag

Homework (tomorrow)
  • Do exercise 15 (comparisons)
  • Do exercise 17 (past simple vs. present perfect)
  • Do exercise 18 (phrases)

  • Study grammar 5.3 (Comparisons)
  • Study irregular verbs 25-30 (to hurt - to lose)
  • Study words lesson 1 (Unit 6)


Slide 13 - Tekstslide