Persoonsvorm
1 / 14
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
0
Slide 3 - Video
Hoe vind je de persoonsvorm?
Slide 4 - Open vraag
Onze kat had een muis gevangen.
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
onze kat
B
had
C
een muis
D
had gevangen
Slide 5 - Quizvraag
Benoem de persoonsvorm in de volgende zin:
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
wat
B
is
C
de persoonsvorm
D
in
Slide 6 - Quizvraag
De jongste dochter was op vakantie met het vliegtuig.
A
De persoonsvorm is dochter
B
De persoonsvorm is was
C
De persoonsvorm is vakantie
D
De persoonsvorm is het
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de zin?
persoonsvorm
Piet
drinkt
een blikje cola
in de pauze
Slide 8 - Sleepvraag
Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn moeder
heeft
mijn brood
gesmeerd
Slide 9 - Sleepvraag
Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan
Slide 10 - Sleepvraag
Wat is de persoonsvorm van de volgende drie zinnen? Sleep het juiste woord naar het juiste nummertje.
1.
2.
3.
1.
2.
3.
Mijn vader
gaf
mij
vijf euro.
Emmanuel
en
Mark
gaan
voetballen.
Heb
jij
het huiswerk
af?
Slide 11 - Sleepvraag
Gisteren beantwoordde hij de brief.
De persoonsvorm is..........
De persoonsvorm is..........
Slide 12 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm in de zin:
In zijn vrije tijd gaat Kees graag crossfietsen.
In zijn vrije tijd gaat Kees graag crossfietsen.
