De middeleeuwen

De middeleeuwen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieLager onderwijs

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

De middeleeuwen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Opdracht 1
  1.  Bekijk grondig prentjes 2, 3 en 4 op pagina 16.
  2. Neem je werkboek (pag. 16) en los opdracht 1 op.                        --> schrijf onder elke prent: middeleeuwen / nieuwe tijden / onze tijd (kijk goed naar de datums in je bronnenboek en gebruik de tijdsband om de juiste periode te vinden                  --> verbind de prent met de juiste tekst.

Slide 3 - Tekstslide

Vul de tijdsband aan en kleur hem.

Slide 4 - Tekstslide

Verbeter dit!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

In het filmpje worden de Noormannen voorgesteld, zoals de meeste mensen denken, als slechte mensen. 

- Zet de volgende woorden op de juiste plaats:
veedieven / rovers / brandstichters / vechtersbazen / drinkebroers
- Trek een lijntje van de woorden naar de hotspots in je werkboek
- Omcirkel bij oefening c het juiste woord.
  
1
2
3
4
5

Slide 7 - Tekstslide

Verbeter de oefening!

Slide 8 - Tekstslide

Lees de tekst ' Tijd voor burchten en steden' op pagina 16.


Veiligheid / onveiligheid                                    veiligheid / ondveiligheid

steden / burchten                                                 steden / burchten

Slide 9 - Tekstslide

Verbeter je oefening.


Veiligheid / onveiligheid                                    veiligheid / ondveiligheid

steden / burchten                                                 steden / burchten

Slide 10 - Tekstslide

Noormannen
VOOR het jaar 1000

Slide 11 - Woordweb

Noormannen
NA het jaar 1000

Slide 12 - Woordweb

De handelsroutes
1. lees de tekst 'Brugge en Gent waren internationale steden' in je bronnenboek p. 17
2. Kijk naar het kaartje in je bronnenboek en zet de nummer van de volgende steden op de juiste plaats: 1. Brugge 2. Gent 3. Antwerpen 4. Brussel 5. Maastricht 6. Ieper
3. Teken met rood de belangrijkste handelsweg (kijk naar het kaartje in je bronnenboek).
4. Zet een kruisje waar het past (opdracht c). Kijk goed naar de legende bij de kaart!)

Slide 13 - Tekstslide