2.6 Samenhang: verstedelijking en migratie

2.6 Samenhang: ontwikkeling en migratie


Samenhang: ontwikkeling en verstedelijking
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

2.6 Samenhang: ontwikkeling en migratie


Samenhang: ontwikkeling en verstedelijking

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • het verband tussen welvaart, verstedelijkingsgraad en verstedelijkingstempo uitleggen
  • het verschil in verstedelijkingsgraad tussen arme en rijke landen verklaren
  • de richting en omvang van internationale migratiestromen verklaren

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen
Verstedelijkingsgraad: hoeveel van de totale bevolking woont in de stad?
Verstedelijkingstempo: met hoeveel procent neemt de verstedelijkingsgraad per jaar toe?


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Relatie: hoe hoger/lager de verstedelijkingsgraad, hoe meer/minder de stedelijke bevolking toeneemt.

Slide 5 - Tekstslide

Relatie: hoe hoger de verstedelijkingsgraad, hoe minder de stedelijke bevolking toeneemt.
Relatie: hoe lager de verstedelijkingsgraad, hoe meer de stedelijke bevolking toeneemt.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe armer een land, hoe lager de verstedelijkingsgraad, maar hoe hoger het verstedelijkingstempo.
Hoe rijker een land, hoe hoger de verstedelijkingsgraad, maar hoe lager het verstedelijkingstempo.

Slide 7 - Tekstslide

Verstedelijking vlakt in centrumlanden af: door welk proces?

  • Suburbanisatie

Slide 8 - Tekstslide

Waarom door suburbanisatie vlakt verstedelijking in centrumlanden af?
  1. Welvaart neemt toe > men kan verder van het werk buiten de stad wonen
  2. Infrastructuur verbetert
  3.  Ook veel bedrijven suburbaniseren

Slide 9 - Tekstslide

De groei van steden in perifere landen heeft drie oorzaken:
  1. Er trekken veel mensen van het platteland naar de stad.
  2. Steden breiden steeds verder uit.
  3.  Er is een natuurlijke bevolkingsgroei.

Slide 10 - Tekstslide

Pushfactoren
Om te emigreren…

 
… Moet het ergens niet naar je zin zijn…

…Dat kan komen door oorlog, armoede, droogte, hongersnood…


Deze factoren duwen je weg!

Daarom noemen we ze pushfactoren (push = duw)

Slide 11 - Tekstslide

Pullfactoren
Waar ga je dan heen?

Naar een gebied dat je wel aantrekt!

Dit gebied heeft dan pullfactoren (pull = trek)

Het gebied is rijk, er is werk, het is er veilig, er is eten…

Slide 12 - Tekstslide

Verdeling push- and pullfactoren
Politiek
Pull: Veilige situatie
push: corruptie

Economisch:
Pull: werk, goedkope huizen
Push: armoede

Sociaal:
Pull: iedereen wordt gelijk behandeld
Push: sommige groepen worden achtergesteld

Ecologisch:
Pull: Schoon milieu, veel ruimte
Push: Droogte of overstromingen

Slide 13 - Tekstslide

De keuze van een migrant voor het land van bestemming wordt bepaald door een combinatie van een aantal factoren
  • het motief om te migreren
  • (im)mobiliteit van de migrant 
  • beleid en vergunningen van het bestemmingsland

Slide 14 - Tekstslide

Push- en pullmodel
Migratieparadox??
Waarom migreren mensen?

Slide 15 - Tekstslide

Migratieparadox
De keuze om te migreren wordt vooral ook gestuurd door:

  • De aspiraties die iemand heeft. De wens om de eigen situatie te verbeteren.
  • De capabiliteit die iemand heeft om te kunnen migreren. Heeft iemand voldoende mogelijkheden?

Algemene regel = wanneer de welvaart in een land toeneemt, dan neemt de emigratie toe omdat de aspiraties en mogelijkheden dan ook toenemen.


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Waarom migreren mensen?

Slide 25 - Open vraag

Migranttypen
  1. Arbeidsmigranten (economische redenen).
  2. Volgmigranten (sociale redenen, bv. gezinshereniging).
  3. Vluchtelingen (vertrekken om veiligheidsredenen).
  4. Internationale studenten.
  5. Ecologische migranten (klimaatverandering wakkert deze groep aan).

Slide 26 - Tekstslide

Migratiestromen
  • Mondiaal: van zuid naar noord
  • Continentaal: (EU) van oost naar west
  • Nationaal: (in arme landen) van platteland naar stad

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Leerdoelen 
  • het verband tussen welvaart, verstedelijkingsgraad en verstedelijkingstempo uitleggen
  • het verschil in verstedelijkingsgraad tussen arme en rijke landen verklaren
  • de richting en omvang van internationale migratiestromen verklaren

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk
□ Opdracht 2
□ Opdracht 4
□ Opdracht 5
□ Opdracht 6
□ Samenvattingsopdracht par 2.6 blz. 80

Slide 30 - Tekstslide