P3_les4_argumentatieve vaardigheden

Examentraining (4)
Argumentatieve vaardigheden

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Examentraining (4)
Argumentatieve vaardigheden

Slide 1 - Tekstslide

Standpunten

Slide 2 - Tekstslide

Welke van de volgende signaalwoorden wordt niet gebruikt om een standpunt in te leiden:
A
dus
B
vervolgens
C
ik vind
D
kortom

Slide 3 - Quizvraag

Wetgeving die ertoe leidt dat voorbeeldig geïntegreerde migranten tot ongenoegen van een groot deel van de bevolking worden uitgewezen, ondermijnt het respect voor de wet.
Natuurlijk kan de rechtsstaat niet in alle particuliere wensen voorzien. 
Maar als een strikte toepassing van de wet leidt tot een procedure die zelfs het geweten van de betrokken minister belast, 
is de wet volgens mij toe aan revisie. 
standpunt

Slide 4 - Sleepvraag

Argumenten, tegenargumenten en weerleggingen

Slide 5 - Tekstslide

Soorten argumenten

Feitelijk argument: als iemand zijn standpunt ondersteunt met een feitelijke uitspraak. 
Ik ga liever niet mee naar Parijs (standpunt),
want Parijs is een grote dichtbevolkte stad (argument).

Slide 6 - Tekstslide

Soorten argumenten

Waarderend argument: over een waarderend argument kun je van mening verschillen, over een feitelijk argument niet. Een waarderend argument moet daarom vaak ondersteund worden. 
Ik ga graag mee naar Parijs (standpunt),
want Parijs heeft de mooiste musea van de wereld (argument).

Slide 7 - Tekstslide

Je kunt er beter niet aan deelnemen
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. 
standpunt
feitelijk argument
waarderend argument

Slide 8 - Sleepvraag

Hij is immers veruit de beste in de debatten.
Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen weer gaat winnen.
standpunt
feitelijk argument
waarderend argument

Slide 9 - Sleepvraag

Argumentatieschema's

Slide 10 - Tekstslide

Argumentatie
Argumentatie: het geheel van argumenten en standpunt.
Argumentatieschema: de aard van het verband tussen argument(en) en standpunt (oorzaak-gevolg/kenmerk-eigenschap/voordelen-nadelen/voorbeelden/vergelijking/autoriteit)

Slide 11 - Tekstslide

Niet de prostituee, maar de klant moet aangepakt worden. Je zult zien dat het aantal slachtoffers van gedwongen prostitutie lager zal worden, net zoals dat in Zweden het geval was nadat daar de bezoekers van prostituees strafbaar werden.
In het kader van de strijd tegen de vrouwenhandel zou de overheid het bezoek aan een prostituee strafbaar moeten stellen.
argument(en)
standpunt

Slide 12 - Sleepvraag

Van welk argumentatieschema is hier sprake? Van een argumentatie op basis van
A
autoriteit
B
kenmerk of eigenschap
C
vergelijking
D
voor- en nadelen

Slide 13 - Quizvraag

In mijn praktijk ben ik het volgende geval tegengekomen: een moeder die verslaafd is aan cocaïne en die twee jongetjes heeft. Beiden zijn gehandicapt. Zij zijn nu bij een pleeggezin ondergebracht en nu verwacht hun moeder een derde kind.
In sommige gevallen is het beter om een zwangerschap te voorkomen.
argument(en)
standpunt

Slide 14 - Sleepvraag

Van welk argumentatieschema is hier sprake? Van een argumentatie op basis van
A
autoriteit
B
kenmerk of eigenschap
C
nadelen
D
voorbeelden

Slide 15 - Quizvraag

Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten. Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie en als je je camera aan hebt, let je beter op. Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.
Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten.
Als je je camera aan hebt, let je beter op.
Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie.

Slide 16 - Sleepvraag

Standpunt
Argument 1
Argument 2
Argument 3
We kunnen gevangenisstraffen beter afschaffen. 
Veel levens worden er voorgoed door verpest.
De meeste veroordeelden komen crimineler uit de gevangenis dan ze erin gingen. 
Ze staan in de gevangenis bijna alleen in contact met andere criminelen. 

Slide 17 - Sleepvraag

Drogredenen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Noteer de drogreden
  1. Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.
  2. Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond.
  3. Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!
  4. Ga jij niet mee naar de wedstrijd? Dus jij gaat je lekker zitten vervelen in je eentje?

Slide 21 - Tekstslide

Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.

Slide 22 - Open vraag

Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond.

Slide 23 - Open vraag

Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!

Slide 24 - Open vraag

Ga jij niet mee naar de wedstrijd? Dus jij gaat je lekker zitten vervelen in je eentje?

Slide 25 - Open vraag

To do...
Stencil argumenteren maken

Slide 26 - Tekstslide