schrijfvaardigheid tips

Email schrijven Engels
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Email schrijven Engels

Slide 1 - Tekstslide

Hoe schrijf je de datum 1 maart 2022 in het Engels?

Slide 2 - Open vraag

Voorbeeld Datum
Let op: de maand in het Engels altijd met een hoofdletter

In een Engelse brief: 15 January 2022


Je spreekt uit "The 15th of September 2022", maar dit schrijf je meestal niet.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe begin je een brief aan een onbekende persoon?
A
Dear X
B
Dear Mr./Mrs.,
C
Dear Sir/Madam,
D
Dear unknown person,

Slide 4 - Quizvraag

In het Nederlands begin je bijvoorbeeld met:
"Hallo Sam,"
Hoe kun je in het Engels een brief beginnen?

Slide 5 - Open vraag

Engels brief
Aanhef: Als je de naam weet;
 Dear Mr. /Ms. Azim,
Dear Sam,
Als je de naam niet weet;
Dear Sir / Madam,

Slide 6 - Tekstslide

Hoe zeg je "Met vriendelijke groet" in het Engels? (onderaan je brief)

Slide 7 - Open vraag

Afsluiting
Na de afsluitende zin gebruik je in het Nederlands; Met vriendelijke groet of Hoogachtend..

In het Engels kies je (bij een formele email) uit:
-Kind regards 
-Yours sincerely
-Yours faithfully

Slide 8 - Tekstslide

Tips:
  1. Bij de datum zet je de maand met een hoofdletter
  2. Leer de aanhef uit je hoofd “Dear Sir/Madam,” (als je de naam niet weet) of “Dear  X,” (als je de naam weet)
  3. Leer dat je een email begint met vragen hoe het met iemand gaat en vertellen waarom je schrijft (=inleiding)
  4. Leer de slotzin(nen) uit je hoofd
  5. Leer de slotgroet “Kind regards,” uit je hoofd
  6. Volg zorgvuldig alle punten die in de instructies genoemd worden
  7. Zoek woorden waarvan je de spelling niet weet op
  8. Denk aan voorzetsels “in/at school” (niet on school)
  9. Denk aan de tijden, heb gedaan is vaak “did”, aan het doen “is doing” enz. Kijk videos over past simple, present perfect en continuous
  10. Denk aan valkuilen als a/an, I, plaats/tijd (achteraan in de zin), bijwoorden (-ly)
  11. Gebruik geen 'spreektaal' (gonna,wanna, ya, u,)
  12. In het Nederlands schrijf je zelfstandig naamwoorden aan elkaar , maar in het Engels niet

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf in het Engels "Hoe gaat het met jou? Met mij gaat het goed"

Slide 10 - Open vraag

Zinsvolgorde:
wie doet wat waar/hoe wanneer
In het Nederlands wisselt het werkwoord en de plaats en tijd vaak van plaats, in het Engels NIET!
I have him yesterday in the city seen

Slide 11 - Tekstslide

NEEM JE WOORDENBOEK MEE!

Slide 12 - Tekstslide