Lezen 2 | drogredenen

Doel + programma
  • Huiswerk bespreken
  • Herhaling drogredenen + argumentatie
  • Afsluiten


Doel: Je kunt drogredenen en argumenten herkennen in een tekst. 

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Doel + programma
  • Huiswerk bespreken
  • Herhaling drogredenen + argumentatie
  • Afsluiten


Doel: Je kunt drogredenen en argumenten herkennen in een tekst. 

Slide 1 - Tekstslide

Geschiedenis kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurd. Een versleten jas gooi je toch ook weg?

Slide 2 - Open vraag

Huiswerk bespreken
Opdracht 2 - Lezen blok 5
Blz. 225

Slide 3 - Tekstslide

ontduiken bewijslast
onjuiste oorzaak-gevolg relatie
cirkelredenering
Ik ben de baas, omdat ik het voor het zeggen heb.
Het is toch vanzelfsprekend dat vuurwerk verboden moet worden.
Sinds de uitvinding van de mobieltjes zijn mensen veel dommer geworden.

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling argumentatie

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Welke argumentsoorten hebben we behandeld?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Per dag een half uur bewegen is gezond. Onderzoek heeft uitgewezen dat je conditie daar echt beter van wordt. Daarnaast merk ik dat ik mij hier dagelijks beter door voel; ik heb minder last van stress.

Wat voor soort argument(en) herken je hier?
A
Feitelijke argument
B
Feitelijk argument en emotioneel argument
C
Ervaringsargument
D
Feitelijk argument en ervaringsargument

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat is ook alweer het verschil tussen nevenschikkende en onderschikkende argumentatie?

Slide 16 - Open vraag

Argumentatieschema's | blz. 180
  1. Enkelvoudige argumentatie: de schrijver noemt zijn standpunt en daarbij maar 1 argument wat uitgelegd wordt.
  2. Nevenschikkende argumentatie: de schrijver noemt zijn standpunt en daarbij meerdere argumenten die evenveel waarde hebben en los staan.
  3. Onderschikkende argumentatie: de schrijver noemt zijn standpunt, een hoofdargument met meerdere subargumenten daarbij.
  4. Combinatie van beide: in de tekst worden bij het standpunt argumenten gegeven die los staan van elkaar maar er worden ook subargumenten gebruikt.

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiten
Maak voor vrijdag: opdracht 3 van Lezen blok 5

+ Kies je 4e boek van de bovenbouwlijst!

Slide 18 - Tekstslide