Par. 2.1 Het skelet (2 lessen)

Startopdracht:
  • Pak je boek, werkboek en schrift
  • Lees de tekst op blz 30, 31, 32 van je leerboek

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht:
  • Pak je boek, werkboek en schrift
  • Lees de tekst op blz 30, 31, 32 van je leerboek

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 - Bewegen
toets in week 50
Het skelet

Toets: week 50

Slide 2 - Tekstslide

2.1 Het skelet

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al
van het skelet?

Slide 4 - Woordweb

leerdoelen 2.1
  • Je kunt 4 functies van het skelet opnoemen.
  • Je kunt de botten die horen bij de borstkas, wervelkolom en bekken opnoemen. 
  • Je kunt uitleggen hoe de wervelkolom is opgebouwd. 
  • Je kunt de botten in je handen en voeten benoemen. 

Slide 5 - Tekstslide

Het skelet
4 taken/ functies van het skelet:
  • Stevigheid
  • Vorm
  • Kwetsbare organen beschermen
  • Beweging mogelijk maken



Slide 6 - Tekstslide

Het Skelet
Je hebt 206 botten / beenderen

Je schedel staat op je wervelkolom (dubbele s vorm)

Je armen en benen noem je ledematen



Slide 7 - Tekstslide

Groepen botten
schedel: botten in je hoofd

wervelkolom: wervels in je rug 

borstkas: borstbeen, ribben en bijbehorende wervels

bekken: heupbeenderen

Slide 8 - Tekstslide

Wervelkolom
  • 7 Halswervels
  • 12 Borstwervels
  • 5 Lendenwervels
  • Heiligbeen
  • Staartbeen

Slide 9 - Tekstslide

Botten in je handen en voeten

Slide 10 - Tekstslide

Maken
Eerste 6 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 2.1
Maken: opdracht 

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf (2.1)

timer
6:00

Slide 11 - Tekstslide

Herhalen leerdoelen
  • Je kunt 4 functies van het skelet opnoemen.
  • Je kunt de botten die horen bij de borstkas, wervelkolom en bekken opnoemen. 
  • Je kunt uitleggen hoe de wervelkolom is opgebouwd. 
  • Je kunt de botten in je handen en voeten benoemen. 

Slide 12 - Tekstslide

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen

Slide 13 - Quizvraag


Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen

Slide 14 - Quizvraag

Succes !
opperarmbeen
teenkootje
dijbeen
sleutelbeen
schedel
heupbeen
kuitbeen

Slide 15 - Sleepvraag

Zet in de goede volgorgde, van boven naar beneden (1 is boven)
1
2
3
4
borstwervel
heiligbeen
halswervel
lendenwervel

Slide 16 - Sleepvraag


Hoe noemen we nummers 1 en 2?
1
2
A
1 = schouderblad 2 = ribben
B
1 = sleutelbeen 2 = schouderblad
C
1 = schouderblad 2 = sleutelbeen
D
1 = ribben 2 = sleutelbeen

Slide 17 - Quizvraag

Startopdracht:
  • Pak je boek, werkboek en schrift
  • Start je laptop op en ga naar LessonUp

Slide 18 - Tekstslide

Welke functie(s) heeft
het skelet?

Slide 19 - Woordweb

Hoe heten de heupbeenderen bij elkaar?

Slide 20 - Open vraag

Uit welke botten bestaat de borstkas?
A
borstbeen en ribben
B
ribben en wervels
C
borstbeen, ribben en wervels
D
borstbeen en ribben

Slide 21 - Quizvraag

2.1 deel 2 
Je kunt beschrijven waaruit been en kraakbeen bestaat.
Je kunt de functie van de dubbele s-vorm uitleggen.
Je kunt de bouw van een pijpbeen beschrijven (mergholte, geel en rood beenmerg).

Slide 22 - Tekstslide

Opvangen van schokken

Om de schokken van lopen rennen en springen op te vangen heeft je wervelkolom 2 mechanismen:

1: Dubbele S vorm
2: Tussenwervelschijven van kraakbeen

Slide 23 - Tekstslide

Kalk- en lijmstof

Kalkstof: zorgt ervoor dat het bot hard en stevig is

Lijmstof: zorgt ervoor dat het bot ook een beetje buigzaam is

Slide 24 - Tekstslide

0

Slide 25 - Video

Been (bot)
Tussencelstof met veel kalk en weinig lijmstof.

Slide 26 - Tekstslide

Kraakbeen
Tussencelstof met veel lijmstof en weinig kalk.

o.a. in je:
- oren
- tussen ribben en borstbeen
- gewrichten

Slide 27 - Tekstslide

Verhouding tussen kalk- en lijmstof en leeftijd
als je ouder wordt -> meer kalkstof, minder lijmstof -> brossere botten

Slide 28 - Tekstslide

Bouw van een hard bot
Mergholte in pijpbeenderen

Geel beenmerg in mergholte slaat vet op

Rood beenmerg maakt bloedcellen, in koppen pijpbeenderen en platte beenderen

Slide 29 - Tekstslide

Maken
Eerste deel in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 2.1
Maken: opdrachten 2.1


Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, 
Opdracht skelet

timer
6:00

Slide 30 - Tekstslide

Welke vorm heeft de wervelkolom?
A
S-vorm
B
Dubbele e-vorm
C
Dubbele s-vorm
D
E-vorm

Slide 31 - Quizvraag

Door een bot in zuur te leggen gaat de lijmstof eruit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Een baby heeft vergeleken met een bejaarde veel botweefsel.
A
Waar
B
Niet waar
C
Beetje waar
D
huh?

Slide 33 - Quizvraag

Welk bot is in het plaatje
te zien?
A
Scheenbeen
B
Schouderblad
C
Schedel
D
Opperarmbeen

Slide 34 - Quizvraag

De botten van kinderen zijn...?
A
Buigzaam
B
Hard

Slide 35 - Quizvraag

Wat zit er tussen de wervels?
A
Kraakbeen
B
Botten
C
Niks

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Video