De romeinen
De romeinen
1 / 18
Onderdelen in deze les
De romeinen
Slide 1 - Woordweb
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Julius Caesar zei ooit :
" Veni, vidi, vici " .
Welke taal is dit ?
" Veni, vidi, vici " .
Welke taal is dit ?
A
Italiaans
B
Romeins
C
Romaans
D
Latijn
Slide 4 - Quizvraag
Julius Caesar zei ooit :
" Veni, vidi, vici " .
Wat betekent dit ?
" Veni, vidi, vici " .
Wat betekent dit ?
A
Ik ben de machtigste.
B
De teerling is geworpen.
C
Ik kwam, ik keek en ik overwon.
D
Wijn, overwinning en kracht.
Slide 5 - Quizvraag
Onze maand juli is naar Julius Caesar genoemd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Welke uitspraak over het colloseum is NIET WAAR ?
A
Het is gebouwd in opdracht van Julius Caesar.
B
Er stierven miljoenen exotische dieren in de arena.
C
Er stonden 4 gladiatorenscholen rond het colloseum.
D
Er konden zo'n 80 000 mensen in.
Slide 7 - Quizvraag
Wie van deze beroemdheden was een gladiator ?
A
Ambiorix
B
Spartacus
C
Apollo
D
Augustus
Slide 8 - Quizvraag
De Romeinen hadden verschillende goden.
Hoe noemt de god van de zee ?
Hoe noemt de god van de zee ?
A
Jupiter
B
Venus
C
Neptunus
D
Vulcanus
Slide 9 - Quizvraag
Wat zijn " thermen ".
A
Openbare badplaatsen.
B
Kledij voor Romeinse vrouwen.
C
Zeer strenge Romeinse wetten.
D
Huizen van de gladiatoren.
Slide 10 - Quizvraag
Wat zijn aquaducten ?
A
Rioleringen
B
Waterleidingen
C
Bruggen
D
Tempels
Slide 11 - Quizvraag
De Romeinse soldaten waren heel getraind. Ze werkten samen in groepen, legioenen. Hoeveel soldaten telt een legioen?
A
50
B
500
C
5000
D
50 000
Slide 12 - Quizvraag
Wat staat hier :
XIV
XIV
A
16
B
15
C
13
D
14
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Tekstslide
Romeinse bouwwerken.
