Klas 3 les 32 schooljaar 2021/2022

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2,3

Startaufgabe

Suche ins Wörterbuch die Übersetzung von diesen Wörtern und schreibe auf dein wisbordje. 

1) oben                 5) Höhepunkt 

2) gleitschirm        6) Klassenfahrt

3) gemeinsam       7) Kostüm

4) Tal                     8) enden

Was brauchen wir: 

Wisbordje

Textbuch 
Arbeitsbuch 
Kugelschreiber 
Lust und Laune :) 

Was machen wir? 

3. Periode

Lesen 

Wortschatz I

Hören & Sehen 

Grammatik + Aufgaben 

Wortschatz II 

Wortsucher

3. Periode 

8. Februar = Hören und Sehen

3. SE Woche = Lesen :)  

Lesen 

 Textbuch S. 64 

Arbeitsbuch S. 68

"Gleitschirmfliegen" 

Macht während dem Lesen Aufgabe 72. 

1. Hoe noemen wij de sport waarover deze tekst gaat?

2.Wat is de Zugspitze?

3. Welk avontuur gaat de "reporter" aan?

4. Wie is Mike Küng?

Tal

Fehler

jedoch

oben

sondern 

dal

echter

maar

boven

fout

Lesen 

Textbuch S. 64

Flower Power Fete

Nach dem Lesen: 

4 meerkeuze vragen 

Waarvan is het feest volgens de tekst het hoogtepunt?

1. het klassenuitje
2. het schooljaar
3. de avond

Wat is er naast muziek van de DJ?

1. silent disco
2. karaoke
3. een stilte ruimte
4. een bar

Hoe laat is het feest afgelopen?

1. 20:00
2. 21:00
3. 22:00
4. 24:00

Wat voor eten is er op het feest?

1. koek, snoep, chips
2. koek, chips, worst
3. taart, worst, chips
4. taart, koek, worst

Kleiderschrank

Getränk

Preis

Kostüm

Würstchen

Grammatik 

pers. vnw	haben	sein	werden
ich	habe	bin	werde
du	hast	bist	wirst
er/sie/es	hat	ist	wird
wir	haben	sind	werden
ihr	habt	seid	werdet
sie/Sie	haben	sind	werden

het werkwoord haben

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie /

Sie

habe

hast

hat

haben

(zij/u)

habt

haben

(wij)

Het werkwoord sein.  

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind (wij)

seid

sind (zij/u)

het werkwoord 'werden'

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

werde

wirst

wird

werden (zij/u)

werdet

werden

(wij)

Maak de opdrachten op het stencil :) 

Vul de juiste vormen van haben/sein en werden in de opdrachten in. 

Leben auf der Straße

1. Zet je geluid aan 

2. Kijk en luister met mij mee OF start het filmpje zelf. 

Während des Hörens: 

5 open vragen 

7 meerkeuze vragen 

00:21

Hoeveel mensen leven in Duitsland op straat?

00:42

Welke dag is het?

1. zondag
2. maandag
3. dinsdag
4. woensdag

01:09

De producten uit de Karuna Kiosk zijn gratis voor dakloze mensen.

1. ja
2. nee

01:30

Hoeveel producten mag Hermann uitzoeken?

1. 7
2. 8
3. 9
4. 10

03:43

Kunnen daklozen de hele dag in de noodopvang blijven?

1. ja
2. nee

04:06

Door Corona zijn veel noodopvanglocaties niet open. Wat is de reden dat ze niet open zijn?

04:19

Door Corona leven nu meer jongeren op straat.

1. waar
2. niet waar

05:22

Waarom is Chiara zo betrokken bij de jongeren die het moeilijk hebben?

06:28

Waar zijn de dakloze mensen overdag het vaakst te vinden?

1. in het bos
2. in de binnenstad
3. in de buitenwijken
4. bij de rivier

07:12

Dakloze jongeren vallen vaak niet op.
Hoe komt dit?

Wortschatz 

Pak je mobiel erbij

en open: 

www.quizlet.live

 

Herhaling woorden woordenschattoets 2 :)

Wortsucher 

Zoek de woorden van Lernbox 4 t/m 6 van Kapitel 3 in de woordzoeker. 

Maar let op!

 De woorden staan in het Duits in de woordzoeker :P 

Je mag elkaar zachtjes helpen! 

Tip: gebruik het tekstboek.  

08:49

Waarvoor kan de app gebruikt worden?

03:43

Is een slaapplaats in de noodopvang gratis voor dakloze mensen?

1. ja
2. nee

Ende :)