Ondersteuningsplan les 2 Beginsituatie: deel 2

Ondersteuningsplan
Les 2: Beginsituatie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Ondersteuningsplan
Les 2: Beginsituatie

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik:
Informatiebronnen beginsituatie

Slide 2 - Woordweb

Informatiebronnen beginsituatie
  • De cliënt zelf
  • Dossier (ECD)
  • Onderzoeken
  • Naastbetrokkenen (familie etc)
  • Andere disciplines (fysiotherapeut, gedragsdeskundige etc)
  • Observaties
  • Dagbesteding / woongroep

Slide 3 - Tekstslide

Observeren & Rapporteren
Kun je alles waarnemen?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Verschil waarnemen en observeren

Waarnemen is iets bij toeval opmerken met een van je zintuigen. Horen, zien, voelen, ruiken.

Observeren is het bewust met een bepaald doel waarnemen van het gedrag van iemand.

Slide 7 - Tekstslide

Soorten observatie
  • Continue observatie (de hele tijd)
  • Vrije observatie (geen concrete vragenlijst)
  • Protocollaire observatie (vastgelegd hoe vaak, wat, wanneer, observatiepunten)
  • Contextuele observatie (wat gebeurt er in de omgeving, niet de cliënt zelf)
  • Intervalobservatie (op wisselende tijden, mag wel vaste momenten)


Observatietechnieken
  • Time-sampling: tijdgericht (bijv. elk half uur de eerste 5 minuten observeren)
  • Event-sampling: gericht op gebeurtenissen (hoe vaak doet het zich voor binnen een bepaalde tijd)
  • Participerend observeren: interne observatie (meedoen)
  • Niet participerend observeren: externe observatie (buiten de situatie)



Slide 8 - Tekstslide

Joke van 17 wil met haar baby op zichzelf gaan wonen. Een van de doelen in de begeleiding is dat zij weet hoe ze gezond kan eten en koken. Jullie vragen je af wat ze daarvan af weet en of ze kan koken.
Welke observatiemethode en techniek pas je toe?

Slide 9 - Open vraag

Meneer Klaren gaat volgens jullie bijna nooit naar het toilet. Jullie vragen je af of hij wel voldoende drinkt.
Welke observatiemethode en techniek pas je toe?

Slide 10 - Open vraag

Hoeveel poten heeft deze olifant? 
Wat staat hier?

Slide 11 - Tekstslide

Valkuilen observaties
Observeer objectief = zonder mening
Subjectief = Met mening en komt vaak door:
  • Vooroordelen
  • Eigen Interesses
  • Emoties (boosheid, medelijden, angst)
  • Eerdere ervaringen
  • Vermoeidheid
  • Je checkt niet wat je hebt gezien/ gehoord



Slide 12 - Tekstslide

Stappen bij observeren
  • Wanneer ga je observeren?
  • Wie wil je observeren?
  • Waar ga je observeren?
  • Wat wil je observeren?
  • Waarom wil je dit observeren? (doel)
  • Welke manier ga je observeren?
  • Waarmee ga je observeren?

  1. Informeer de mensen die je observeert
  2. Observeer de cliënt en/of omgeving
  3. Maak een rapportage (verslag) van je observatie
  4. Schrijf een conclusie


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 'rapporteren'
Beschrijf het plaatje aan je medestudent. Je mag enkel door woorden de foto omschrijven. Je mag niet helpen, de medestudent mag de foto niet zien en je mag niet aanwijzen op de tekening. De andere student tekent de foto op basis van jouw aanwijzingen.

Slide 15 - Tekstslide

Rapporteren
Rapportage
  • Verslag uitbrengen
  • Overdragen/vertellen/opschrijven van wat je hebt gezien (geobserveerd) en gedaan

Soorten rapportages
  • Mondelinge rapportage
  • Schriftelijke rapportage


Slide 16 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
Neem een cliënt in gedachten van jouw werk, waar een nieuw plan of een aangepast plan voor moet komen.

Beschrijf de beginsituatie:
Algemene gegevens (leeftijd, man/vrouw)- Lichamelijk functioneren- Psychisch functioneren- Sociaal functioneren- Huisvesting- Sociaal netwerk- Financiën - Dagbesteding
Eventueel zingeving en praktisch functioneren

Gebruik informatie uit verschillende bronnen en benoem deze bronnen in je verslag!



Slide 17 - Tekstslide