T6 ecologie toets bs. 1,2,3,7

Thema 6 
B1 t/m 3                                                    Ecologie 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 6 
B1 t/m 3                                                    Ecologie 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor milieu?
A
organismen
B
vervuiling
C
leefomgeving

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

In de video filmt Freek de komodovaraan in het wild.
Geef een omschrijving van het natuurlijke milieu waarin een komodovaraan leeft

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Horen soortgenoten bij biotisch of abiotische factoren?
A
biotische factoren
B
abiotische factoren

Slide 7 - Quizvraag

Hoort neerslag bij biotisch of abiotische factoren?
A
biotische factoren
B
abiotische factoren

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een voedselweb en een voedselketen?

Slide 9 - Open vraag

Waar begint een voedselweb of keten mee?
A
vleeseters
B
planteneters
C
planten
D
dieren

Slide 10 - Quizvraag

Leg uit waarom een voedselketen altijd met een plant begint

Slide 11 - Open vraag

Hoe noemen we bacteriën en schimmels?
A
consumenten
B
reducenten
C
alleseters
D
producenten

Slide 12 - Quizvraag

Waar horen pissebedden bij?
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten

Slide 13 - Quizvraag

Leg uit dat de afvaleter bij de groep van de consumenten hoort

Slide 14 - Open vraag

Is een individu een enkel organisme?

A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Welke van de volgende groepen organismen vormt een populatie?



A
Alle madeliefjes in een weiland
B
De begroeiing op een heideveld
C
Een paard en een koe in een weiland

Slide 16 - Quizvraag

Is een egel een consument?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Gft-afval is een voorbeeld van niet-biologisch afbreekbaar afval
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Is er in dit gebied een biologisch evenwicht? Leg uit waarom wel of niet

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide


Welk organisme is een producent?
A
de luis
B
de boom
C
lieveheersbeestje
D
vogel

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noem je alle populaties in een gebied?

A
een ecosysteem
B
een levensgemeenschap
C
een individu

Slide 24 - Quizvraag

Een varken eet eikels en paddenstoelen en ook larven en aas.
Wat is een varken?
A
alleseter
B
planteneter
C
vleeseter

Slide 25 - Quizvraag

Hoe maken planten hun voedsel?
A
door dierenresten
B
door fotosynthese
C
uit schimmels en bacterien

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Deze kippen leven samen. Welke kip staat het laagste in de rangorde en waaraan kun je dat zien

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Waarom zal de zwaan zijn territorium verdedigen tegen een gans?
Laat in je antwoord zien dat je weet wat een territorium is

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Individuen van verschillende soorten kunnen een langdurige relatie met elkaar hebben. Zo’n langdurige samenleving noem je

Slide 34 - Open vraag

Wat is een parasiet?

Slide 35 - Open vraag

Kringloop van koolstof.
Welke organismen zorgen in de koolstofkringloop voor de vorming van glucose?

A
De producten
B
De consumenten
C
De reducenten

Slide 36 - Quizvraag

Welke kringloop zie je in het plaatje hiernaast?
A
zuurstofkringloop
B
koolstofkringloop
C
fotosynthesekringloop
D
stikstofkringloop

Slide 37 - Quizvraag

In de afbeelding is een kringloop van water schematisch weergegeven.

In welk vak hoort ‘waterdamp’ te staan?
A
Vak 1
B
Vak 2
C
Vak 3
D
Vak 4

Slide 38 - Quizvraag