Kerndoel 40 > les 3 > Het leven op de boerderij > instructie groep 3

De lente loeit weer
Het leven op de boerderij
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De lente loeit weer
Het leven op de boerderij

Slide 1 - Tekstslide

  • Ik maak kennis met een boerderij als een boerenbedrijf, een melkveehouderij.
  • Ik leer nieuwe woorden en begrippen van de boerderij. 
  • Ik leer welke dieren op de boerderij wonen en wat de boer doet (voeren, stallen schoonmaken en melken).

Slide 2 - Tekstslide

De boerderij
Wat is een boerderij?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een boerderij?

Slide 4 - Woordweb

Ben je wel eens op een boerderij geweest?

Slide 5 - Woordweb

De boerderij
Wie is wel eens op een boerderij geweest?

Slide 6 - Tekstslide

De boerderij
Welke dieren leven er op een boerderij? 

Slide 7 - Tekstslide

Noem een dier dat leeft op een boerderij?

Slide 8 - Woordweb

De boerderij
Wat doet een boer? 

Slide 9 - Tekstslide

Wat doet een boer?

Slide 10 - Woordweb

De boerderij
Wat vind je leuk aan een boerderij? 
En wat niet? 

Slide 11 - Tekstslide

Wat vind je leuk aan een boerderij?

Slide 12 - Woordweb

Wat vind je niet leuk aan een boerderij?

Slide 13 - Woordweb

De boerderij
  • Bekijk de video op de pagina van De lente loeit weer. 
  • De verschillende dieren op de boerderij komen aan bod en de boer laat zien hoe hij een koe met de hand melkt en hoe een koe machinaal wordt gemolken. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

De boerderij

  • Bespreek vervolgens met de leerlingen wat ze gezien hebben. 
  • Welke dieren heb je gezien? 
  • Wat weet je nog van de koeien? 
  • Wat was er bijzonder bij de schapen? Wat vertelde boer bij het kippenhok?

Slide 16 - Tekstslide

Werkblad
Trek een lijn van het plaatje naar het goede woord. 


Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting
Speel het spel Raad het geluid op de pagina van De lente loeit weer. 
De ontknoping van het geluid staat er naast.
Raden de leerlingen het goed? 
Doe een paar geluiden als ze het snel raden. 
In totaal zijn er ongeveer 20 geluiden.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link