Sterke werkwoord: voltooid deelwoord

Havo 3
Start uitleg sterke werkwoorden/ voltooid deelwoord
Siehe auch AB S. 119 und S. 157/158 Grammatik 11
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Havo 3
Start uitleg sterke werkwoorden/ voltooid deelwoord
Siehe auch AB S. 119 und S. 157/158 Grammatik 11

Slide 1 - Tekstslide

Starke
Verben

Slide 2 - Tekstslide

Lernziele starke Verben
  • Je weet wat het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord is
  • Je kent enkele sterke werkwoorden in het Duits (lijst ww blz 157-158 leren voor de toets)
  • je kan deze ww NL-D vertalen en kent het voltooid deelwoord

Slide 3 - Tekstslide

timer
1:00
Wat is een sterk werkwoord?
Hoe herken je deze?

Slide 4 - Woordweb

Oefening 1
Maak via de volgende slides de eerste oefening over het sterke werkwoord aan. Geef van iedere zin aan of het een zwak of sterk werkwoord is. Het werkwoord staat aan het eind van de zin.

Slide 5 - Tekstslide

Ich habe auf dem Markt eine Wassermelone gekauft.
timer
1:00
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord

Slide 6 - Quizvraag

Wer hat euch denn diese Geschichte erzählt.
timer
1:00
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord

Slide 7 - Quizvraag

Hast du deine Eltern um mehr Taschengeld gebeten?
timer
1:00
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord

Slide 8 - Quizvraag

Wir sind bis Mitternacht auf der Party geblieben.
timer
1:00
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord

Slide 9 - Quizvraag

Vincent hat gesten einen Unfall gebaut.
timer
1:00
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord

Slide 10 - Quizvraag

Guten Morgen, hast du gut geschlafen?
timer
1:00
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord

Slide 11 - Quizvraag

Oefening 2
Maak de volgende online oefening. Bewaar aan het einde je percentage!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Wat was je scorepercentage bij de laatste online oefening?
timer
1:00
0100

Slide 14 - Poll

Ken je de vervoegingen van haben en sein nog?
 Luister hier naar de vervoeging

Slide 15 - Tekstslide

1. ( Wij hebben) in einem Café noch etwas (trinken) .........
timer
1:00

Slide 16 - Open vraag

2. (Zijn jullie) alleine in die Stadt (gehen).......
timer
1:00

Slide 17 - Open vraag

3.Was (heb jij) alles in diesem teurem Restaurant (essen) .......?
timer
1:00

Slide 18 - Open vraag

4. (Hij heeft) ihn in Ruhe (lassen) .......
timer
1:00

Slide 19 - Open vraag

5. (Ik ben) heute im Schwimmbad (sein).
timer
1:00

Slide 20 - Open vraag

6. ( Ik heb) mein neues blaues Sommerkleid (anziehen) .......
timer
1:00

Slide 21 - Open vraag

7. ( Heeft u) Anne neulich noch (sprechen) ........ ?
timer
1:00

Slide 22 - Open vraag

8. Das Kind ( is) von der Schaukel (fallen) .........
timer
1:00

Slide 23 - Open vraag

10. Was (is) hier (geschehen) ............?
timer
1:00

Slide 24 - Open vraag

11. (Heb jij) ihm eine E-Mail (schreiben) ............ ?
timer
1:00

Slide 25 - Open vraag

Extra online oefening
Wil je nog verder oefenen met het sterke werkwood in de voltooide tijd (als voltooid deelwoord) kan dat met de volgende oefening. 
Bewaar straks je percentage.
Let op: leer de vormen van "haben" en " sein" voor alle zinnen met een voltooid deelwoord.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Wat was je scorepercentage bij de laatste online oefening?
timer
1:00
0100

Slide 28 - Poll