klinisch redeneren

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBO

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klinisch redeneren 
Klinisch redeneren is het nadenken over professioneel handelen. Eerst bekijk je de cliënt en dan koppel je je observaties aan je professionele kennis. Vervolgens bedenk je welke stappen binnen de hulpverlening genomen moeten worden.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stuk herhaling
PES methode
Soap methode
Pes methode

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevat een SMART doel een eindtijd?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor staat de soap methode?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

8. Wat is een nadeel van schriftelijk rapporteren?
A
Er is beïnvloeding van anderen of door anderen.
B
Het is niet efficiënt.
C
Er is geen directe feedback dus je weet niet of informatie goed overkomt.
D
De kern van de rapportage gaat vaak verloren.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je in een situatie waarbij de gezondheid van de cliënt in het geding komt?
A
Zoek je contact met je leidinggevende
B
Bel je onmiddellijk 112
C
Rapporteer je dit in de zorgmap
D
Antwoord A en C en eventueel B

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van schriftelijke rapporteren zijn:
A
Individuele rapportage
B
Groepsrapportage
C
Algemene rapportage

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SMART staat voor:
starten, maken, actie,
rapporteren, toetsen.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

SMART formuleren
Bij een activiteitendoel is het belangrijk dat je beschrijft wat je wilt zien in de activiteit. Dat doe je met de SMART-methode. SMART staat voor de woorden:
Specifiek. Een doel moet duidelijk en concreet zijn. Op die manier is het gemakkelijker om te zien of je een doel behaald hebt.
Meetbaar. Het is belangrijk dat een doel te meten is. Hierdoor is gemakkelijk na te gaan of een doel bereikt is of niet. Je meet het verschil tussen het begin en het eind van de activiteit.
Acceptabel. Een activiteitendoel stel je op, omdat je een cliënt wil helpen iets te bereiken. Het gaat daarbij dus vooral om de behoefte van die persoon. Vindt de deelnemer het leuk en zinvol om te doen?
Realistisch. Het is ook erg belangrijk dat het activiteitendoel realistisch is. In andere woorden: is het doel wel haalbaar? Hierbij spelen de mogelijkheden van cliënten een rol.
Tijdgebonden. Een activiteitendoel moet binnen de tijd die de activiteit duurt kunnen worden behaald.
Hoe moet het ook alweer?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de SMART- doelen?
A
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Relax, Toekomst
B
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden
C
Speciaal, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Toekomst

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor gebruik je SMART
A
Doelen maken
B
Reflecteren
C
Activiteiten bedenken

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SMART wordt gebruikt voor:
A
Het schrijven van een ondersteuningsplan
B
Controleren of je je dagtaken op werk hebt uitgevoerd
C
Het formuleren van doelen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Als beroepskracht MZ is het je taak alleen te rapporteren aan je collega's
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom rapporteren we?
A
Om te zorgen voor een goede voorbereiding van onze acties
B
Om te lezen wat anderen over een gebeurtenis schrijven
C
Om een instructie of informatie aan iemand te geven
D
Zodat onze leidinggevende het probleem kan oplossen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij rapporteren is het belangrijk dat je...
A
Objectief blijft
B
Subjectief blijft
C
Objectief en subjectief blijft
D
Je mening geeft

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pes Methode
De PES methode is een hulpinstrument om een diagnose te stellen. Het wordt door zorgverleners gebruikt bij het opstellen van een verpleegplan. Doordat je middels de PES structuur tot het juiste probleem bent gekomen, kun je makkelijker SMART doelen formuleren om tot actie te komen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pes methode
PES staat voor: De P van Probleem (probleem, klachten, gezondheidsverstoringen en de reactie van de patiënt op de ziekte) De E van Etiologie (ziekteoorzaak en samenhangende factoren) De S van Signalen en Symptomen: kenmerken, criteria.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer formuleer je een ondersteunings- of hulpvraag?
A
Nadat je de smartdoelen hebt opgesteld
B
Na de probleemanalyse (PES)
C
Na het observeren volgens een methode
D
Tijdens de evaluatie

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  • formuleer een PES methode aan de hand van een casus vanuit je stage.
  • vervolgens ga je hierop een doel smart formuleren
  • de doelen moeten worden uitgewerkt in een activiteitenplan

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies