P12 - Les 12 - Leukemie , HL/NHL


Leukemie
HL en NHL
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Leukemie
HL en NHL

Slide 1 - Tekstslide

Leukemie

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

  • Myeloïde cellen (gemaakt in het beenmerg) -> Belangrijk bij de verdediging
Granulocyten (66%) en monocyten (4%)
  • Lymfatische cellen (gemaakt in het lymfatische weefsel) ->  Voorziet cellen en weefsel van voeding en zuurstof,  Transport van afvalstoffen
lymfocyten (30%).

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

1: inductiefase
2:consolidatiefase
3: onderhoudsfase

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Behandeling leukemie
  • Antibiotica
  • Bloedtransfusies
  • Chemotherapie IV of oraal
  • Bestraling
  • Stamceltransplantatie 
  • Immunotherapie

Slide 12 - Tekstslide

Acute leukemie komt vaak voor bij volwassenen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Wat is kenmerkend voor leukemie?

A
Groot tekort aan witte bloedlichaampjes
B
Sterk vergroot aantal witte bloedlichaampjes
C
Sterk vergroot aantal rode bloedlichaampjes
D
Sterk vergroot aantal bloedplaatjes

Slide 14 - Quizvraag

Bij leukemie worden te veel witte bloedcellen aangemaakt en te weinig rode bloedcellen en bloedplaatjes.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Lymfomen
2 hoofdgroepen:

  1. De Non-Hodgkinlymfomen
  2. De Hodgkinlymfomen.

Slide 16 - Tekstslide

Non Hodgkin
Wel 50 verschillende sub-soorten
De onderverdeling van de non- Hodgkinlymfomen wordt gemaakt op basis van:
  • De snelheid van de ontwikkeling (snel is een agressieve lymfoom).
  • het type lymfocyt (B (80/85%)/ T-cel- lymfoom of lymfoom van een voorlopercel van een B of een T cel).

Slide 17 - Tekstslide

Symptomen
  • Meestal ontstaat het in een lymfeklier of beenmerg.
  • Beginstadium meestal geen symptomen.
Verder symptomen als bij Hodgkin.
  • Afhankelijk van organen die zijn aangedaan: ongemak in buik (vergote milt of lever), benauwdheid, verwardheid, klachten in de keel of de neus.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Diagnostiek en stadia
Zelfde als bij Hodgkin.

Behandeling is afhankelijk van:
Stadium van de ziekte;
type non Hodgkin;
locatie van het lymfoom
algehele conditie patiënt (risico)
Agressief lymfoom reageert vaak beter op de behandeling

Slide 21 - Tekstslide








  1. Eén lymfekliergroep is aangetast
  2. Twee aangrenzende lymfeklierstations zijn aangetast
  3. Lymfekliergroepen zijn aangedaan aan beide kanten van het diafragma
  4. Behalve lymfekliergroepen zijn ook andere organen zoals lever en beenmerg aangedaan.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Behandeling + zorg non-hodgkin
  • Immunotherapie, chemotherapie, bestraling, stamceltransplantatie
  • Onderzoeken: CT scan, beenmergpunctie, echo's, MRI, thoraxfoto's en puncties
Aandachtspunten zorg:
Rust, goede voeding
Hygiëne ivm transpireren en verminderde weerstand
Begeleiding van zorgvrager +  naasten
Kans op recidief na remissie is groot

Slide 25 - Tekstslide

Hodgkin lymfoom
  • Lymfeklierkanker waarbij 1 type lymfeklier abnormale celgroei vertoont. 
  • Bij jongeren tussen de 15 - 35 jaar
  • 15% van de lymfomen
  • Kans op recidief na remissie is groot

Slide 26 - Tekstslide

Symptomen Hodgkin
  • Meestal jongvolwassen patiënt (15-35)
  • Pijnloos vergrote lymfklier, meestal nek/bij het sleutelbeen (bij 70%)
  • Onverklaard gewichtsverlies
  • Nachtzweten, badend in het zweet wakker worden (B-symptomen)
  • Gegeneraliseerde jeuk (zeldzaam)

Slide 27 - Tekstslide

Hodgkinlymfoom 
  • oorzaak onbekend
  • Begin meestal lymfeklier boven diafragma.
  • lymfatische metastasering
  • hematogene metastasering in vergevorderd stadium. 
  • Reed-Sternbergcellen (grote afwijkende B- cellen) onderscheidt het zich daarmee van de Non-Hodgkinlymfoom.

Slide 28 - Tekstslide

behandeling
  • Bepaald door het stadium van het Hodgkinlymfoom.
  • Het stadium geeft de uitgebreidheid van het hodgkinlymfoom weer. 
  • Er zijn 4 stadia. 

Aanvullende onderzoeken:
PET-CT-scan, lymfe-biopt en beenmergonderzoek.

Slide 29 - Tekstslide

Behandeling bij hodgkin lymfoom
Curatieve behandeling afhankelijk van stadium ziekte
  • Radiotherapie
  • Immunotherapie
  • Chemotherapie 
Stadium 1 + 2: 90% overlevingskans
Stadium 3 +4: 80% overlevingskans
Bij geen genezing is behandeling > palliatieve behandeling

Slide 30 - Tekstslide