C Nieuwsbegrip de Nationale Tuinvogeltelling
1 / 32
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet jij al over:
vogels tellen?
Slide 3 - Woordweb
Kan jij de juiste betekenis aan de woorden koppelen?
frequenteren
de aanstelling
essentieel
de momentopname
de aanstelling
bezoeken
de vastlegging van een deel van een langer durende gebeurtenis
het krijgen van een bepaalde baan of taak, de benoeming
het krijgen van een bepaalde baan of taak, de benoeming
heel erg belangrijk, cruciaal
Slide 4 - Sleepvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Link
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Over welk nieuws gaat deze tekst?
A
De Nationale dieren in de winter quiz.
B
De Nationale tuinvogeltelling.
C
De Nationale vogelbeschermingtelling.
Slide 10 - Quizvraag
Wat wil Vogelbescherming Nederland waarschijnlijk graag
tijdens de vogeltelling?
Slide 11 - Open vraag
Welke vraag heb je? Of welke vraag kan je stellen na het lezen van de inleiding? Schrijf je vraag in het vakje.
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Wat bedoelt de schrijver met ‘die luidt heel eenvoudig…’
Slide 14 - Open vraag
Schrijf een vraag op die je bij dit stukje hebt.
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Wat moet het effect zijn als mensen hun tuin anders
inrichten?
Slide 17 - Open vraag
Wat moet het effect zijn als mensen hun tuin anders
inrichten?
Slide 18 - Open vraag
Schrijf een vraag op die je bij dit stukje hebt.
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Op welke manieren helpt Vogelbescherming Nederland de
deelnemers aan de Vogeltelling?
Slide 21 - Open vraag
Schrijf een vraag op die je bij dit stukje hebt.
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Welke twee bedoelingen van de Nationale Tuinvogeltelling
noemt Ruud Foppen?
Slide 24 - Open vraag
Schrijf een vraag op die je bij dit stukje hebt.
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Tekstslide
Welke twee vragen worden in dit stukje beantwoord?
Slide 27 - Open vraag
Welke nieuwe dingen over (onderwerp van de week) heb je in de tekst gelezen? Schrijf er twee op.
Slide 28 - Open vraag
Slide 29 - Link
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Evaluatie: Ik heb de doelen van deze les behaald.
-Ik kan voorspellen waar een tekst over gaat.
- Ik ken de betekenis van de woorden van deze week.
-Ik kan meepraten over het nieuwsonderwerp van deze week.
😒🙁😐🙂😃
