BTW

 BTW
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 BTW

Slide 1 - Tekstslide

Waarvoor staan de letters BTW
A
Belasting over de toegevoegde winst
B
Bedrag over de toegevoegde waarde
C
Belasting over de toegevoegde waarde
D
Bedrag over de toegevoegde winst

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een indirecte belasting?

Slide 3 - Open vraag

Hoe noem je iemand die belasting moet betalen?

Slide 4 - Open vraag

De Lidl heeft een laptop gekocht voor een inkoopfactuurprijs van €229 incl btw,-. Deze computer heeft een consumentenprijs van €669,-. Bereken het bedrag dat de computerzaak PC verrekent met de belastingdienst.
Laat berekening zien.

Slide 5 - Open vraag

Frits BV ontvangt van de leverancier een inkoopfactuur met een totaalbedrag van €11.545,- (incl 21% BTW). Bereken het bedrag dat Frits BV als voorbelasting mag terugvorderen van de belastingdienst. Typ berekeningen in.

Slide 6 - Open vraag

Inkomstenbelasting is een directe belasting
A
Waar
B
Onwaar

Slide 7 - Quizvraag

het maken van bezwaar tegen een belastingaanslag is een voorbeeld van formeel belastingrecht
A
Waar
B
Onwaar

Slide 8 - Quizvraag

het belastbaar inkomen in box 1 is een belasting subject
A
Waar
B
Onwaar

Slide 9 - Quizvraag

Het eigen woning forfait is gebaseerd op de WOZ waarde
A
Waar
B
Onwaar

Slide 10 - Quizvraag

Welke post kan ik in box 1 niet aftrekken van mijn belastbaar inkomen?
A
Overdrachtbelasting na aankoop woning
B
Kosten hypotheekadviseur
C
Kosten hypotheek akte na aankoop woning
D
Taxatiekosten voor hypotheek aanvraag

Slide 11 - Quizvraag

Welk voorbeeld kan ik NIET aftrekken van mijn belastbaar inkomen in box 1
A
Partneralimentatie
B
Kinderalimentatie
C
ANBI goede doelen donatie
D
Bijzondere zorgkosten niet vergoed

Slide 12 - Quizvraag

Een heffingskorting vermindert het belastbaar inkomen in BOX 1
A
Waar
B
Onwaar

Slide 13 - Quizvraag

In het geval van vennootschapbelasting is de winst een belastingobject
A
Waar
B
Onwaar

Slide 14 - Quizvraag

Hypotheek rente aftrek in box 1 vermindert het totaal te betalen inkomstenbelasting
A
Waar
B
Onwaar

Slide 15 - Quizvraag

Vennootschapbelasting tarieven:
15% tot en met 245.000
25% boven de 245.000.
Winst is 300.000, bereken de te betalen vennootschapsbelasting uit

Slide 16 - Open vraag

Een huisarts levert vrijgestelde prestaties voor de omzetbelasting. Kan hij betaalde btw terugvragen?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag