Klas 2: H5 Lezen: kritisch lezen

Deze les

  • H5 Lezen: Kritisch lezen

Lesdoel: Je kunt kritisch lezen en bedenken of een tekst objectief en betrouwbaar is.

Maar eerst: een terugblik naar H4 Lezen:
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deze les

  • H5 Lezen: Kritisch lezen

Lesdoel: Je kunt kritisch lezen en bedenken of een tekst objectief en betrouwbaar is.

Maar eerst: een terugblik naar H4 Lezen:

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt 2 lessen gewerkt aan H4 lezen. Geef je mening in de chat in Teams door A, B, C of D te kiezen: Ik wil ...

A. Meer oefenen met feiten, meningen, argumenten.
B. Meer uitleg over dit onderdeel van leesvaardigheid.
C. Doorgaan naar het volgende onderdeel, ik snap het!
D. Iets anders, namelijk...

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Programma
In deze lessonup gaan we verder met H5 lezen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geloof jij altijd alles wat je leest op internet?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is een eigen antwoord, dus ze zijn allebei goed. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe controleer jij of een tekst op internet betrouwbaar is?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

kritisch lezen
Je vormt over de tekst je eigen oordeel. Je maakt een onderscheid tussen feiten en meningen, je kijkt of alles klopt en correct is. 


(Zie de overeenkomst met H4 lezen.)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de 2 krantenkoppen over hetzelfde nieuws. (NN p.132)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de twee bronnen van de krantenkoppen? Voer je antwoord in.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op als je de twee koppen met elkaar vergelijkt?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op als je de twee koppen met elkaar vergelijkt? Voer je antwoord in.

Slide 12 - Open vraag

Kop a neemt het dorp als uitgangspunt en bij kop b staan de stadsbewoners centraal. 

Ook goed: kop a bevat een waarschuwing en kop b geeft een feit weer. 
Stel bij het kritisch lezen van de tekst de volgende vragen:
  • Is de auteur deskundig?
  • Is de auteur onpartijdig of heeft hij een bepaald belang? 
  • Waar en wanneer is de tekst gepubliceerd?
  • Is de informatie in de tekst niet verouderd?
  • Zijn de mensen die geïnterviewd worden deskundig en betrouwbaar? Komen er voor- en tegenstanders aan het woord?
  • Klopt het wat de auteur zegt? Laat hij geen belangrijke dingen weg?
  • Staan er sterke argumenten in de tekst?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
Lees het theorieblok op p. 132.
Maak opdracht 1 en 2 (p.133 en verder).
Als je vragen hebt, kun je ze altijd stellen in de chat (of in de les als je op school komt).

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwijswoorden


vrouwelijke woorden: verwijs met zij of haar


mannelijke woorden: verwijs met hij of zijn


onzijdige woorden: verwijs met het of zijn

vrouwelijk / mannelijk / onzijdig
Als mijn tante komt logeren, neemt zij haar hondjes mee.
Ben gaat zwemmen en hij neemt zijn duikbril mee.
Het rugbyteam behaalde zijn eerste beker.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwijswoorden


de-woorden: verwijs met deze of die



het-woorden: verwijs met dit of dat

de-woorden en het-woorden
Deze deur is op slot, maar die daar is wel open.
(de deur)
Dat paard is wild, maar dit hier is rustig.
(het paard)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies