Herhaling kunstgeschiedenis
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je over kunst uit de klassieke oudheid?
Slide 2 - Woordweb
Uit welke periode uit de
klassieke oudheid komt dit beeldhouwwerk?
klassieke oudheid komt dit beeldhouwwerk?
A
Archaïsche periode
B
Klassieke periode
C
Hellenistische periode
D
Romantische periode
Slide 3 - Quizvraag
Uit welke middeleeuwse
periode komt deze kerk?
periode komt deze kerk?
A
Vroeg-christelijk
B
Gotiek
C
Vlaamse Primitieven
D
Romaans
Slide 4 - Quizvraag
Welke woorden passen goed bij de Renaissance?
Slide 5 - Woordweb
Hoe werd de Barok ingezet in Zuid-Europa bij het christelijke geloof?
Slide 6 - Open vraag
Hoe heet het licht-donkercontrast dat Rembrandt van Rijn hier heeft gebruikt?
Slide 7 - Woordweb
Bij welke kunststroming
past deze afbeelding
uit 1784?
past deze afbeelding
uit 1784?
A
Impressionisme
B
Romantiek
C
Realisme
D
Neoclassicisme
Slide 8 - Quizvraag
Welke woorden beschrijven de Romantiek?
Slide 9 - Woordweb
Welke kunststromingen uit de moderne tijd ken je? (+/- 1900-1945)
Slide 10 - Open vraag
Willem I, II en III waren het voor Raden Saleh.
Sal Slijper was het voor Piet Mondriaan.
Helene Kröller-Müller was het voor Bart van der Leck.
Naar welk woord wordt er gezocht?
Sal Slijper was het voor Piet Mondriaan.
Helene Kröller-Müller was het voor Bart van der Leck.
Naar welk woord wordt er gezocht?
Slide 11 - Open vraag
Vanaf de 19e eeuw hoeft kunst niet altijd een functie te hebben, het mag gewoon mooi zijn.
Wat is de term hiervoor?
Wat is de term hiervoor?
Slide 12 - Open vraag
Wat zijn redenen voor kunstenaars om een zelfportret te maken?
Slide 13 - Open vraag
Over welke kunsthistorische benadering gaat het als je geen aandacht hebt voor de inhoud, maar wel voor de manier waarop een werk is gemaakt?
A
Formeel
B
Semiotisch
C
Iconologisch
D
Biografisch
Slide 14 - Quizvraag
Over welke kunsthistorische benadering gaat het bij de uitspraak: "dé waarheid kan niet gevonden worden"
A
Biografisch
B
Postmodern
C
Marxistisch
D
Feministisch
