2M unit 6 lesson 2

2M Unit 6 lesson 2
Start by putting your books  and device on the table and log in (online books and lesson up) When done start reading your reading book , no reading book, please report it and start copying the irregular verbs (150/151)
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

2M Unit 6 lesson 2
Start by putting your books  and device on the table and log in (online books and lesson up) When done start reading your reading book , no reading book, please report it and start copying the irregular verbs (150/151)

Slide 1 - Tekstslide

6.2
Now you start lesson 6.2. You will learn the difference between who and which, all about the Past Simple and the irregular verbs
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

6.2
You will start by doing excercises  9 to 12. When done you return here.
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide





Question words

Slide 4 - Tekstslide

Name some question words

Slide 5 - Woordweb

Question words

Who                  Which                What
When               Where                 Why               How

Slide 6 - Tekstslide


....... have you been?
A
Which
B
Who
C
What
D
Where

Slide 7 - Quizvraag


......... do you live with?
A
Who
B
When
C
Where
D
How much

Slide 8 - Quizvraag


........ is my bike?
A
Who
B
Where
C
Which
D
Why

Slide 9 - Quizvraag


..... can we study better?
A
how
B
who
C
which
D
why

Slide 10 - Quizvraag


..... colour do you like, blue or red?
A
how
B
who
C
which
D
why

Slide 11 - Quizvraag

Maak zelf een vraag met:
'Which"

Slide 12 - Open vraag

Maak zelf een vraag met:
'Who"

Slide 13 - Open vraag

Past simple

Slide 14 - Tekstslide

Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd en ook beëindigd is.

Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.


Slide 15 - Tekstslide

 Regelmatige werkwoorden (rww)

Achter het werkwoord plaats je 'ed'

I walk -> I walked
it rains-> it raineded
they beg-> they begged

Slide 16 - Tekstslide

 RWW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -y, dan komt er in de past simple een -ied achter:
I carry- I carried
you study- you studied

In de past simple komt er een -ed achter als er een klinker voor staat:
I play - I played

Slide 17 - Tekstslide

Past Simple - Onregelmatige werkwoorden

Sommige werkwoorden zijn onregelmatig (OWW) en dat betekent dat ze geen '-ed' krijgen maar hun eigen vorm hebben.

to write  -> wrote    I wrote her a letter last week.
to go       -> went      He went to Italy last year.
to make -> made     They made a very nice meal two days ago.

Slide 18 - Tekstslide

Past Simple - OWW

Er zijn geen regels voor de OWW, je moet ze uit je hoofd leren. Je pakt voor de Past Simple de 2e kolom.

see - saw - seen
come - came - come

Slide 19 - Tekstslide

Past Simple - Vraag/Ontkenning

Vraagzinnen
Did + hele ww (1e kolom):
Did you walk to school yesterday?

Ontkennende zinnen
Didn't + hele www (1e kolom):
You didn't walk to school yesterday.

Slide 20 - Tekstslide

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een tijdsbepaling van verleden tijd.

  • yesterday
  • last week
  • ten minutes ago
  • in 2007
  • this morning

Slide 21 - Tekstslide

Je gebruikt de Past Simple als...
A
iets gebeurd is in de toekomst
B
iets iedere dag gebeurt
C
iets gebeurd is in het verleden en afgerond is
D
iets nog niet gebeurd is

Slide 22 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van go
A
gone
B
went
C
goed
D
goes

Slide 23 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van think
A
tought
B
taught
C
thought
D
thinked

Slide 24 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van see
A
saw
B
seen
C
see
D
seed

Slide 25 - Quizvraag

My sister .......... (play) the guitar last year.

Slide 26 - Open vraag

They ....... (go) home after school yesterday.

Slide 27 - Open vraag


Wat is de Past Simple van study
A
studyd
B
studyied
C
studyed
D
studied

Slide 28 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van buy
A
buyed
B
bought
C
boughd
D
bught

Slide 29 - Quizvraag


I ..... a sandwich yesterday.
A
eat
B
drink
C
drank
D
ate

Slide 30 - Quizvraag


We ..... on holiday 2 years ago.
A
go
B
went
C
been
D
walked

Slide 31 - Quizvraag

Future Simple
Vorm
Gebruik
Example:
Will + hele werkwoord
Iets aanbieden
I will do the dishes for you.
Beloftes
I will call you soon, I promise.
Aankondigingen
Stacy will arrive at 2 o'clock.
will not = won't
Besluiten
We won't go to your place then. 
Voorspellingen (GEEN bewijs)
I think, the corona virus won't go away soon. 
Future: Will

Slide 32 - Tekstslide

Future: will / shall

Slide 33 - Tekstslide

2 will + hele werkwoord
  • Voorspelling zonder bewijs;
  • Belofte
  • Spontaan

Slide 34 - Tekstslide

I think I will go to bed.
You will enjoy that cup of coffee.
Demirhan says he will help us.

We will be back in time.
I hope you will come to my party.
I hope that Janne and Timo will be back soon.


Slide 35 - Tekstslide

6.2
Now do excercises 17, 18, 19, 20 and 21
6.2 Is homework for next lesson
timer
10:00

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide