H1 - les 3 woordsoorten 1.7 (Gram. H1)

- Herhalen woordsoorten
- uitleg wederkerend en wederkerig vnw
-  opdr. 13 en 16 van Gram. H1

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

- Herhalen woordsoorten
- uitleg wederkerend en wederkerig vnw
-  opdr. 13 en 16 van Gram. H1

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
Aan het eind van de les herken je de volgende woordsoorten in een zin en je kunt deze benoemen:

  • lidwoord (lw)
  • zelfstandig naamwoord (znw)
  • bijvoeglijk naamwoord (bnw)
  • zelfstandig werkwoord (zww)
  • hulpwerkwoord (hww)
  • voorzetsel (vz)
  • persoonlijk voornaamwoord (pers vnw)
  • bezittelijk voornaamwoord (bez vnw)

Nieuw:
  • wederkerend voornaamwoord(wknd vnw)
  • wederkerig voornaamwoord (wkg vnw)


Slide 2 - Tekstslide

ZINSONTLEDING
zinnen in stukken hakken
wwg
ond
lv
mv
bwb
-----------------------
bvb
WOORDSOORTBENOEMING
elk woord een naam geven
lw
znw
bnw
ww: hww/zww
vz
pers vnw
bez vnw
wknd vnw
wkg vnw

Slide 3 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord
'wederkerend'?

Slide 4 - Woordweb

Wederkerend voornaamwoord
Afkorting = wknd. vnw.
- hoort bij een wederkerend werkwoord (begint met 'zich')
- voorbeelden: zich vergissen, zich voorstellen, zich verzetten
 - trucje: vervang het onderwerp door hij (zet de zin in de 3e persoon). Het wederkerend vnw verandert dan naar 'zich'.

Ik paste me aan -->  Hij paste zich aan -> me = wknd vnw
Je verzet je tegen de nieuwe tramlijn ->  Hij verzet zich...  -> je = wknd vnw

Slide 5 - Tekstslide

Wederkerig voornaamwoord
Afkorting = wkg. vnw.
- het woordje 'elkaar'

De twee directeuren fietsen gezellig met elkaar naar de eindbestemming.

Slide 6 - Tekstslide

Even oefenen - open vragen
Benoem de volgende woordsoorten:
- bez vnw
- wknd vnw
- wkg vnw
- pers vnw
1 Jullie vergissen je in de datum.
2 De datum van jullie verjaardag ben ik vergeten.
3 We gaven elkaar een hand.
4 Pak het eens aan!

Slide 7 - Tekstslide

Benoem het pers vnw, bez vnw, wknd vnw en wkg vnw:
Jullie vergissen je in de datum.

Slide 8 - Open vraag

Benoem het pers vnw, bez vnw, wknd vnw en wkg vnw:
De datum van jullie verjaardag ben ik vergeten.

Slide 9 - Open vraag

Benoem het pers vnw, bez vnw, wknd vnw en wkg vnw:
We gaven elkaar een hand.

Slide 10 - Open vraag

Benoem het pers vnw, bez vnw, wknd vnw en wkg vnw:
Pak het eens aan!

Slide 11 - Open vraag

Extra oefenen?
SOM-> leermiddelen->Nederlandse taal-> Op Niveau startlicentie-> 2HAVO->Bijspijkeren-> Grammatica 1.6 en 1.7



Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Maken in je schrift:
H1 Grammatica: Opdracht 10, 13 en 16 DAARNA NAKIJKEN
Let op! Bij vraag 13 hoef je alleen de persoonlijk en bezittelijk voornaamwoorden op te schrijven.

HUISWERK:  SPELLING OPDR  3 T/M 5, BLZ 28-30


Slide 13 - Tekstslide