13.2 Ademhalen

Paragraaf 13.2 Ademhalen
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
bioMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 13.2 Ademhalen
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Welkom
Nieuwe stof uitleg : 
 '13.2 Ademhalen'
Aan de slag/huiswerk
- Maak deze LessonUp
- Maak de werkboekopdrachten
Klassikale afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe insecten ademhalen.
2. Je kunt beschrijven hoe vissen ademhalen.
3. Je kunt uitleggen hoe planten zuurstof maken.

Slide 3 - Tekstslide

Ademhaling bij insecten 
zuurstofrijke lucht -> stigma ->
tracheeën -> langs cellen ->
gaswisseling d.m.v. diffusie

1. zuurstof naar de cellen
2. koolstofdioxide naar de tracheeën -> stigma-> buiten

 

Slide 4 - Tekstslide

Ademhaling bij insecten 
Insecten hebben zuurstof nodig verbranding

Ademhalingsorganen: geen longen maar tracheeën 

gaswisseling dmv diffusie

Slide 5 - Tekstslide

Diffusie
Stoffen verplaatsen zich van een hoge naar een lage concentratie.  (passief)

Slide 6 - Tekstslide

Ademhaling bij insecten 
Het bloed vervoert geen zuurstof

Slide 7 - Tekstslide

Insecten ademen via buizen: tracheeën
De opening van deze buizen heten stigmata.
Insecten ademen door hun achterlijf korter en langer te maken.
Koolstofdioxide en zuurstof worden met de omgeving uitgewisseld door diffusie
de stof gaat van een hoge naar een lage concentratie.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Ademhaling bij vissen
Geen longen maar kieuwen

In de kieuwplaatsjes gaat door 
diffusie zuurstof  naar het bloed en 
 koolstofdioxide naar het water.

bron 3, blz 165

Slide 10 - Tekstslide

Vissen halen met hun kieuwen zuurstof uit het water en geven er koolstofdioxide aan af.
In de kieuwplaatsjes gaat door diffusie zuurstof naar het bloed en koolstofdioxide naar het water.
Gaswisseling door tegenstroomprincipe 

Slide 11 - Tekstslide

Tegenstroomprincipe

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Ademhaling bij planten

Slide 14 - Tekstslide

Processen in een plant
Verbranding en ademhaling.
Gedurende de nacht vindt er geen fotosynthese plaats.
De verbranding gaat echter wel door.
Hoe komt een plant aan de zuurstof voor deze verbranding?

Slide 15 - Tekstslide

Planten maken bij de fotosynthese zelf zuurstof en gebruiken daarbij koolstofdioxide.

Een klein deel van de zuurstof gebruiken de planten voor de verbranding. De rest gaat via de huidmondjes naar buiten.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Aan de slag
1. Maak deze LessonUp van 13.2 in de klas LessonUp.
2. Maak de werkboekvragen 13.2
opdr. 3, 4, 5, 7, 8, 13, 15a, 17.

Kijk het na! In teams staat het nakijkboekje.

Slide 18 - Tekstslide


Waar vindt de verbranding bij mensen plaats?
A
cellen van darmen
B
cellen van longen
C
cellen van hart
D
in alle cellen van je lichaam

Slide 19 - Quizvraag


Insecten zijn koudbloedig. Dit houdt in dat hun lichaamstemperatuur sterk afhankelijk is van de omgevingstemperatuur. Leg uit, met betrekking tot het ademhalingssysteem van insecten, waardoor zij in de winter niet erg actief zijn.

Slide 20 - Open vraag


Wat is de reactie van fotosynthese van planten (beginstoffen --> eindproducten)

Slide 21 - Open vraag


Hoe heten onderdeel 1 en 2?
A
1 - kieuwplaatje 2 - kieuwboog
B
1 - kieuwboog 2 - kieuwplaatje

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Wanneer staan de huidmondjes open?
A
In ieder geval: overdag bij voldoende water in de bodem
B
In ieder geval: 's nachts ongeacht de hoeveelheid vocht in de bodem
C
In ieder geval: 's nachts bij voldoende water in de bodem
D
In ieder geval: overdag ongeacht voldoende vocht in de bodem

Slide 24 - Quizvraag

Welke stoffen verlaten overdag via de huidmondjes het blad?
A
Water en zuurstof
B
Koolstofdioxide en water
C
Zuurstof
D
Koolstofdioxide en zuurstof

Slide 25 - Quizvraag

Door welk proces vindt de gaswisseling plaats in de opening van de huidmondjes?
A
Actief transport
B
Worteldruk
C
Diffusie
D
Osmose

Slide 26 - Quizvraag