eentermen

eentermen 
G23  - G26
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

eentermen 
G23  - G26

Slide 1 - Tekstslide

Welke eentermen zijn gelijksoortig
A
2ab en 3a²b
B
2ab en 3ab
C
2ab en 2ab²
D
2ab en 3a²b²

Slide 2 - Quizvraag

Bereken de getalwaarde van volgende veelterm a²+2a+6 voor a = 2

Slide 3 - Open vraag

Reken uit:
2x + 5x =
A
7x
B
7x²
C
10x
D
10x²

Slide 4 - Quizvraag

Reken uit.
2a - 4b - 3a + 6b =
A
-5a + 10b
B
ab
C
5a + 2b
D
-a + 2b

Slide 5 - Quizvraag

Reken uit:
8a . 2b =
A
16ab
B
4ab
C
10ab
D
6ab

Slide 6 - Quizvraag

Reken uit:
-3x . (-2x²) =
A
5x³
B
-6x³
C
6x³
D
-5x²

Slide 7 - Quizvraag

Reken uit:
5ab . 2a² . 3b =
A
10a³b²
B
30a³b²
C
0
D
30a²b²

Slide 8 - Quizvraag

oef 53 - 57 - 59 verbeteren 

Slide 9 - Tekstslide

G26 macht van een eenterm
blz. 348

Slide 10 - Tekstslide

oefeningen maken
67 - 68 - 69 - 71 - 73 - 78 - 84

Slide 11 - Tekstslide

Bereken de getalwaarde voor volgende veelterm:
a - b + cde (Noteer je antwoorden op een kladblad)
a. Hoeveel betaalt de leerlingenraad in vraag 13? 
b. Bereken de uitkomst van opgave g in oefening 26.
c. Welke coëfficiënt heeft de eenterm in het vakje links boven in        vraag 54?
d. Hoeveel keer vul je "=" in oefening 40 in? 
e. Hoeveel positieve uitkomsten zijn er in vraag 70?

Slide 12 - Tekstslide

wat is de getalwaarde?

Slide 13 - Open vraag