Herhaling 3.1 t/m 3.7

Moesson check H3A
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Moesson check H3A

Slide 1 - Tekstslide

Plaats de luchtdrukgebieden:
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk

Slide 2 - Sleepvraag

hoge luchtdruk 
lage luchtdruk

Slide 3 - Sleepvraag

luchtdruk
luchtdruk
lage luchtdruk
hoge luchtdruk
hooggebergte
zee winden

Slide 4 - Sleepvraag

hoge luchtdruk
hoge luchtdruk
lage luchtdruk
lage luchtdruk

Slide 5 - Sleepvraag

Op hoge breedte (60-90 graden) is het...


A
warmer, doordat de zonnestralen onder een grotere hoek invallen
B
kouder omdat met omdat met elke 1000 m stijging de temperatuur met 6 graden afneemt
C
kouder, omdat daar de lucht ijler is
D
kouder, doordat de zonnestralen onder een kleinere hoek invallen

Slide 6 - Quizvraag

Lucht stroomt van:
A
Lagedruk naar hogedruk
B
Hogedruk naar lagedruk

Slide 7 - Quizvraag

Op het noordelijk halfrond is er een afwijking naar:
A
Links
B
Rechts
C
Noord
D
Zuid

Slide 8 - Quizvraag

Op de locatie van de ITCZ is er:
A
Droogte
B
Veel neerslag
C
Veel wind
D
Sneeuw

Slide 9 - Quizvraag

Maak de juiste combinaties door ze naar elkaar te slepen
Evenaar
keerkringen (woestijn)
gematigde breedten
Noord- en Zuidpool
ITCZ
Warm hogedrukgebied
instabiele lagedruk-gebieden
koud hogedruk-gebied

Slide 10 - Sleepvraag

Wanneer valt de meeste neerslag in Darwin, Australië 13 graden ZB?
A
Maart
B
Juli
C
September
D
Januari

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Hoe noemen we de periode met veel neerslag in India?
A
Passaten
B
ITCZ
C
Moesson
D
Zomer

Slide 13 - Quizvraag

Moessons ontstaan doordat de ITCZ verschuift tussen de keerkringen: soms iets boven en soms iets onder de evenaar
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Uit welke maand zal dit nieuwsbericht zijn?
A
December
B
Maart
C
Juli
D
Oktober

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

In Augustus is in Mumbai de windrichting. (gebruik de kaarten en tekening uit de vorige slides)
A
Noordoosten
B
Noordwesten
C
Zuidoosten
D
Zuidwesten

Slide 20 - Quizvraag

Leg met behulp van het begrip hoge luchtdruk uit hoe het kan dat op 30 graden NB en ZB vaak woestijngebieden voorkomen.

Slide 21 - Open vraag