8-12-2022

Du hast 3 Minuten für:


Je hebt 3 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/pen op tafel
  • ga op je vaste plek zitten 
timer
3:00
--> Als de 3 minuten voorbij zijn ben je stil en wacht je op de docent!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Du hast 3 Minuten für:


Je hebt 3 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/pen op tafel
  • ga op je vaste plek zitten 
timer
3:00
--> Als de 3 minuten voorbij zijn ben je stil en wacht je op de docent!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- gemaakte opdrachten controleren
- zelfstandig en stil werken
- grammatica uitleg
- Huiswerk in de les


Slide 2 - Tekstslide

planagenda 15 dec
- blz. 28 opdracht 1 /2/ 3 /4
- blz. 31 opdracht 6/7
- blz. 33 opdracht 10/11
Klaar? --> woordjes leren Lektion 1 t/m 6 + alle Redemittel

Slide 3 - Tekstslide

Heb je nog een vraag over de antwoorden? 
vanaf pagina 46 

Slide 4 - Tekstslide

Hallo!

Ich heiße Nina.
Ich bin dreizehn Jahre alt. 
Ich wohne in Kaatsheuvel
Ich habe einen Bruder und eine Schwester.
Mein Bruder heißt Max und meine Schwester heißt Sarah.

Tschüs!



timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

- schrijf een begroeting
- hoe je heet
- hoe oud je bent
- waar je woont 
- dat je een broer en een zus hebt
- dat je broer Max en je zus Sarah heet
- een afsluitende groet
- zet je naam eronder


timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Tschüss :)

Slide 7 - Tekstslide

lernen
A
basisregel
B
stam op s-klank

Slide 8 - Quizvraag

Maak het rijtje voor het werkwoord "lernen" met de juiste uitgang:

timer
2:00

Slide 9 - Open vraag

grüßen
A
basisregel
B
stam op s-klank

Slide 10 - Quizvraag

Maak het rijtje voor het werkwoord "grüßen" met de juiste uitgang:

timer
2:00

Slide 11 - Open vraag

Er ........ viele Wörter.
lernen
A
lernst
B
lernen
C
lern
D
lernt

Slide 12 - Quizvraag

Du ...... gut Fußball.

spielen
A
spiel
B
spielt
C
spielst
D
spielen

Slide 13 - Quizvraag

Ich ...... gerne Salat.

essen
A
esse
B
essen
C
ess

Slide 14 - Quizvraag

Het persoonlijk voornaamwoord
jij

Slide 15 - Open vraag

vertaal het persoonlijk voornaamwoord: hij

Slide 16 - Open vraag

vertaal het persoonlijk voornaamwoord: het

Slide 17 - Open vraag

Haben en sein

Slide 18 - Tekstslide

Net zoals in het Nederlands zijn in het Duits de werkwoorden "hebben" (haben) en "zijn" (sein) onregelmatig. Deze vormen moet je uit je hoofd leren. 

Slide 19 - Tekstslide

Haben und sein (enkelvoud)
Aantekening schrift!

Slide 20 - Tekstslide

Tschüss :)

Slide 21 - Tekstslide

zelfstandig en stil werken
- blz. 33 opdracht 10 / 11

Klaar? --> woordjes leren Lektion 4/5/6 + Redemittel

Slide 22 - Tekstslide