13 id oorlog, afl 11, Indië

13 in de oorlog, aflevering 11.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

13 in de oorlog, aflevering 11.

Slide 1 - Tekstslide

Video
Op de volgende pagina  vind je aflevering 11 van 13 in de oorlog.
Gedurende de video kom je allerlei vragen tegen. Het is dus belangrijk dat je de hele aflevering bekijkt.
Succes!

Slide 2 - Tekstslide

lesdoelen
1. Je kunt uitleggen waarom Nederland zo lang de baas is geweest van Indië.
2. Je kunt uitleggen waarom Japan Indië veroverde in WOII
3. Je kunt vertellen hoe Indië / Indonesië onafhankelijk werd

Slide 3 - Tekstslide

9

Slide 4 - Video

01:09
Hoelang duurde de reis met de boot van Nederland naar Indonesië?
A
1 week
B
half jaar
C
1 maand
D
3 maanden

Slide 5 - Quizvraag

02:01
Hoe lang is Nederland de baas geweest in Indië/ Indonesië?
A
van 1940 tot 1945
B
25 jaar
C
250 jaar
D
Meer dan driehonderd jaar

Slide 6 - Quizvraag

01:09
Hoeveel keer groter is Indonesië dan Nederland?
A
5 x
B
15 x
C
50 x
D
60 x

Slide 7 - Quizvraag

02:01
Waarom wilde Nederland Indië graag hebben?
A
Het land had veel te bieden op het gebied van de handel.
B
Nederland hoopte een mooi vakantieland er aan over te houden.
C
Nederlanders wilden graag de recepten van het lokale eten .
D
Er wilden veel Nederlanders in Indië gaan wonen.

Slide 8 - Quizvraag

02:06
De hoofdstad "Jakarta" had ten tijde van "Nederlands-Indië" een andere naam.
Hoe heette de hoofdstad?

Slide 9 - Open vraag

02:32
Nog steeds zijn er in Indonesië sporen te vinden van de periode dat Nederland daar de baas was. Kies twee voorbeelden van Nederlandse "sporen".
A
De mensen eten boerenkool met worst.
B
Een ophaalbrug in typisch Nederlandse stijl.
C
Een door Nederlanders gegraven kanaal.
D
Alle mensen lopen op klompen in Indonesië.

Slide 10 - Quizvraag

04:26
Zoals Duitsland in Europa een groot rijk wil vormen. Wil een ander land in Azië een groot rijk vormen. Dit land vormt ook een dreiging voor Nederlands-Indië.
Welk land was een dreiging voor Nederland-Indië.
A
China
B
Korea
C
Japan
D
Australië

Slide 11 - Quizvraag

07:24
Waar komen de Japanners op 1 maart 1942 het land (Nederlands-Indië) binnen?
A
Aan de kust van Java.
B
Op alle eilandjes tegelijk.
C
Op het vliegveld van Batavia.
D
Op Bali

Slide 12 - Quizvraag

07:58
Op zee, aan land , in de lucht......de Japanners zijn te sterk voor het KNIL. Na hoeveel dagen is de strijd voorbij?
A
5
B
3
C
9
D
7

Slide 13 - Quizvraag

Video
Op de volgende pagina  vind je het tweede stuk van 
aflevering 11 van 13 in de oorlog.
Gedurende de video kom je allerlei vragen tegen. Het is dus belangrijk dat je de hele aflevering bekijkt.
Succes!

Slide 14 - Tekstslide

9

Slide 15 - Video

lesdoelen
1. Je kunt uitleggen waarom Nederland zo lang de baas is geweest van Indië.
2. Je kunt uitleggen waarom Japan Indië veroverde in WOII
3. Je kunt vertellen hoe Indië / Indonesië onafhankelijk werd

Slide 16 - Tekstslide

00:32
Hoe gaat de hoofdstad van Indië weer heten nu de Japanners de baas zijn?
A
Nieuw-Japan
B
Klein-Tokio
C
Batavia
D
Jakarta

Slide 17 - Quizvraag

02:01
Als er een Japanse soldaat voorbijkomt , moet je als blanke Europeaan.......

Slide 18 - Open vraag

02:23
Wat gebeurt er als je niet gaat buigen voor de Japanse soldaten?
A
Dan word je geslagen of getrapt.
B
Dan word je kaal geschoren.
C
Dan word je opgesloten.

Slide 19 - Quizvraag

03:05
Wat gebeurt er uiteindelijk met de Europeanen?
A
Ze worden in kampen gestopt.
B
Ze worden teruggestuurd naar Nederland.
C
Ze worden op een bootje gezet.

Slide 20 - Quizvraag

04:51
De blanken en Indonesiërs moesten werken aan een spoorlijn. Hoe wordt deze spoorlijn ook wel genoemd?

Slide 21 - Open vraag

06:49
Wat was het geheime wapen van de Amerikanen tegen Japan?

Slide 22 - Open vraag

07:15
Wanneer was de oorlog echt afgelopen? Dus ook voor Nederlands-Indië.
A
15 mei 1945
B
15 augustus 1945
C
15 augustus 1946

Slide 23 - Quizvraag

08:15
Hoeveel mensen zijn er ongeveer omgekomen in de Jappenkampen?
A
Ongeveer 250
B
Ongeveer 2.500
C
Ongeveer 25.000
D
Ongeveer 250.000

Slide 24 - Quizvraag

09:17
De oorlog was voorbij, maar de Nederlanders in Indië waren nog steeds bang. Voor wie?
A
Voor de Jappen.
B
Voor de Duitsers.
C
Voor de Indonesiërs.

Slide 25 - Quizvraag

Einde

Slide 26 - Tekstslide