Wolken en neerslag 2H/V

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Wolken en neerslag.

Wat moet je voor je nemen:

- Je boek voor je op blz. 113.

- Een schrift en pen/potlood.

Planning

- Eerst een vraag voor we beginnen.

- Krantenkop en korte video.

- Stukje lezen.

- Een opdracht.

- Weer een stukje lezen.

- Terug kijken op de vorige opdracht.

- Tijd voor het maken van het huiswerk.

1. Waar bestaan wolken uit?
2. Hoe ontstaan wolken?

Stukje lezen.

Lees nu de tekst op blz. 113 van je boek tot het kopje 'het ontstaan van stapelwolken'

heb je dit gelezen doe dan het handje omhoog op teams.

Opdracht.

We gaan zo kijken naar een plaatje en bij dit plaatje gaan we wat vragen maken.

De opdrachten heb ik in de volgende dia staan en schrijf die over in je schrift.

De vragen.

Vraag 1: Beschrijf in eigen woorden, met de informatie die je net gelezen hebt, waarom op afbeelding 1 geen wolken zijn en op afbeelding 2.

Vraag 2: Als de lucht boven de zee 7g/m3 waterdamp bevat, hoe komt die lucht dan naar boven?

afbeelding 1

afbeelding 2

Nog 1 opdracht.

Vul nu je antwoord bij vraag 1 aan met het antwoord uit vraag 2.

Nu hebben jullie dus voor je zelf een verklaring opgeschreven voor het ontstaan van wolken.

Gaan we eens kijken of de schrijvers van de schoolboeken het eens zijn met jullie verklaringen.

Lezen

Lees nu verder vanaf waar je was gebleven.

Lees tot het kopje 'Mooiweerwolken en buienwolken' op blz. 114.

Laatste opdracht.

Kwam wat je hebt gelezen overeen met je eigen verklaring?

Herschrijf je verklaring voor de laatste keer, alleen dit keer voeg je de termen convectiestroming en condensatieniveau toe.

Typ hier je definitieve verklaring voor het ontstaan van wolken in.

Huiswerk.

Maken opgave 34, 35 en 36

even terug blikken.

Kijk nog eens terug naar de verklaring die je aan het begin hebt opgesteld voor het ontstaan van wolken.

Is daar veel veranderd?

Afscheid

Dit was mijn laatste les op deze school.

Ik wens jullie veel succes dit jaar!