SO 8.1 + 8.2

Mens & maatschappij
SO 8.1 + 8.2
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mens & maatschappij
SO 8.1 + 8.2

Slide 1 - Tekstslide

Open vragen

Slide 2 - Tekstslide

Noteer het begrip.
Het bestuur waarbij het volk beslist, noemen we ________

Slide 3 - Open vraag

Vul het juiste antwoord in.
Door de verovering van de Bastille in Parijs begint de ____________

Slide 4 - Open vraag

Bekijk bron 1 en 2.

Noteer een overeenkomst in de manier waarom de twee mensen duidelijk maken dat zij welvarend zijn.

Slide 5 - Open vraag

Lees bron 3.

Is de schrijver een tegenstander of een voorstander van de revolutie? Leg uit waarom je dit denkt.

Slide 6 - Open vraag

Lees bron 1.

Geef een reden waarom Van der Capellen de burgers opriep om zich te verzetten tegen hun heersers.

Slide 7 - Open vraag

Bekijk bron 2.
Je doet onderzoek naar de gevolgen van de Bataafse revolutie. Is bron 2 wel of niet bruikbaar als bron bij je onderzoek? Leg je antwoord uit.

Slide 8 - Open vraag

Vul de betekenis in.
De rijksoverheid is ______

Slide 9 - Open vraag

Vul de juiste antwoorden in.
Het burgerlijk recht zijn wetten die gelden tussen ________ en __________, en tussen burgers onderling.

Slide 10 - Open vraag

Sleepvragen

Slide 11 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6
A. De Bastille wordt bestormd
B. De Staten-Generaal worden door de koning bij elkaar geroepen
C. De koning heeft geld nodig om oorlog te voeren
D. Frankrijk wordt een republiek
E. Lodewijk XVI wil de belasting voor de bevolking verhogen
F. Lodewijk XVI wordt onthoofd

Slide 12 - Sleepvraag

Maak de juiste combinaties
Bevolkingsgroep met eigen rechten en plichten
Iets wat je moet
Land waarin iedereen zich aan de wet moet houden
Regeringsvorm waarbij de koning de macht heeft
Monarchie
Plicht
Rechtstaat
Stand

Slide 13 - Sleepvraag

Maak de juiste combinaties
Gelijke rechten en plichten
Gram, liter, meter
Verplicht in het leger dienen
Willem Nooitgedacht
Burgerlijk recht
Burgerlijke stand
Dienstplicht
Metriek stelsel

Slide 14 - Sleepvraag

Meerkeuzevragen

Slide 15 - Tekstslide

Welk antwoord is juist?
A
De adel betaalde de meeste belasting in Frankrijk
B
De burgers betaalden de meeste belasting in Frankrijk
C
De geestenlijke betaalden de meeste belasting in Frankrijk
D
De koning betaalde de meeste belasting in Frankrijk

Slide 16 - Quizvraag

Welke uitspraak is een kenmerk voor de tijd van pruiken en revoluties, waarin veel mensen uit westerse landen de samenleving wilden veranderen.
A
Mensen dachten na over de samenleving en de wereld om hen heen
B
Mensen geloofden alleen wat ze lazen in de Bijbel
C
Mensen leerden nieuwe dingen door het doen van onderzoek
D
Mensen vinden het vanzelfsprekend dat de koning het land bestuurd

Slide 17 - Quizvraag

Wel woord hoort op de plek?
Het nieuwe bestuur, de Nationale Vergadering, schafte de __________ van de geestelijkheid en adel af
A
Grondrechten
B
Inspraak
C
Voorrechten

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord hoort op de plek?
Hierna kregen de burgers ook het recht om __________
A
Belasting te betalen
B
Koning te worden
C
Wetten te maken

Slide 19 - Quizvraag

Omcirkel de letter van de juiste zin.
A
Door de komst van Napoleon als machthebber kwam er een einde aan de democratische revolutie
B
Napoleon kroonde zichzelf tot keizer
C
Napoleon richtte al zijn aandacht op Frankrijk
D
Tijdens het bestuur van Napoleon was Frankrijk een democratie

Slide 20 - Quizvraag

Maak de zin af.
De ideeën van de revolutionairen in Frankrijk waren ook in Nederland populair omdat ______
A
De burgers weinig inspraak hadden
B
De regenten hun geld deelden met de burgers
C
De stadhouder zijn macht met het volk deelde
D
Er weinig mensen zonder werk zaten

Slide 21 - Quizvraag

Kies de juiste zin.
A
De koning van de Pruisen helpt de patriotten
B
De orangisten worden ook wel patriotten genoemd
C
De patriotten krijgen steun van de revolutionairen in Frankrijk
D
De regenten willen dat de burgers zelf hun bestuurders kunnen kiezen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de juiste zin?
A
In 1805 wordt Napoleon koning van Nederland
B
In 1810 wordt Nederland een provincie van Frankrijk
C
Tijdens de Bataafse Republiek mogen mannen en vrouwen stemmen
D
Voor de Bataafse Republiek had iedere provincie zijn eigen wetten

Slide 23 - Quizvraag