HS4 & HS5 26-09

Herzlich Wilkommen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 2 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Wilkommen

Slide 1 - Tekstslide

Inhalt der Stunde
  • Grammatik Kapitel 5
  •  Video mit Fragen

Slide 2 - Tekstslide

Lernziele
  • Je kent (een deel van) de grammatica van hoofdstuk 5
  • Je kunt dit toepassen
  • Je kunt vragen maken bij een video in het Duits 

Slide 3 - Tekstslide

Grammatik Kapitel 5
Uitgangen ein- en kein-

Slide 4 - Tekstslide

Uitgangen ein- en kein-
-e bij: Vrouwelijke woorden & meervoud
- geen uitgang bij: Mannelijke & onzijdige woorden 

Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Meervoud
Persoonlijk vnw
er
sie
es
sie
Bepaald lidwoord
der Mann
die Frau
das Kind
die Leute
Onbepaald lidwoord
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Leute

Slide 5 - Tekstslide

Üben!
Wat: Maak opdracht 18 en 19
Hoe: Zelfstandig en in stilte
Hulp: Vraag? Steek je vinger op
Tijd: +/- 5 minuten
Klaar: Leer de rijtjes uit je hoofd

Slide 6 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 18
der / die / das
(k)ein / (k)eine
Soße
die
(k)eine
Fisch
der
(k)ein
Kaffee
der
(k)ein
Gläser
die (mv)
(k)eine
Messer
das / die (mv)
(k)ein / (k)eine
Flaschen
die (mv)
(k)eine

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 19
1.  een        Elias möchte ein Cola.
2. een        Ich bestelle eine Suppe.
3. geen     Hier gibt es leider keine Restaurants.
4. een        Es ist sehr warm. Ich möchte ein Eis.
5. een        Kannst du mir bitte eine Gabel geben?
6. geen     Ich habe kein Geld mehr im Portmonee.

Slide 8 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden
Wie weet wat het zijn?

Slide 9 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden
  • Krijgen dezelfde uitgang als de woorden ein(e) en kein(e)
  • Ich habe ein Glas Wasser - Ist das dein Glas Wasser?
mijn
mein-
ons, onze
unser-
jouw, je
dein-
jullie
euer-
zijn
sein-
hun
ihr-
haar
ihr-
uw
Ihr-

Slide 10 - Tekstslide

Ihr(e) / ihr(e) - euer / eure
Let op de verschillende betekenissen van ihr(e) / Ihr(e):
haar     -     Das ist Anna und das ist ihre Freundin.
hun     -     Das sind meine Freunde und dort sind ihre Eltern.
uw     -     Bitte setzen Sie sich, Ihr Kaffee wird kalt.
Let op de schrijfwijze van euer / eure:
euer (jullie)     -     Ist das euer Vater?
eure (jullie)     -     Ist das eure Mutter?

Slide 11 - Tekstslide

Üben!
Wat: Maak opdracht 22, 23 en 24
Hoe: Zelfstandig en in stilte
Hulp: Vraag? Steek je vinger op
Tijd: +/- 10 minuten
Klaar: Leer de rijtjes uit je hoofd

Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 22
1. dein           jouw
2. unser       ons, onze
3. ihr              haar
4. eure          jullie
5. Ihr              uw
6. ihr              hun

Slide 13 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 23
1. Euer Freund ist schon im Restaurant.
2. Ihre Eltern heißen Hans-Joachim und Sandra.
3. Mein Bruder und ich gehen gerne zusammen essen.
4. Ihre Speisekarte bietet eine große Auswahl.
5. Wo haben Sie Ihr Glas hingestellt, Frau Meyer?
6. Unsere Taschen wurden gestohlen! Jetzt is unser Geld weg!

Slide 14 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 24
1. mijn        Meine Suppe war leider nicht heiß genug.
2. hun        Ihre Pommes sind die besten der Stadt.
3. zijn         Sein Nachtisch hat ihm sehr gut geschmeckt.
4. jullie      Jochen und Alex, bringt bitte eure Gläser in die Küche.
5. ons      Wir bestellen hier immer unser Lieblingsessen: Nudeln.
6. uw      Essen Sie doch, Frau Schulze, sonst wird Ihr Fleisch kalt.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Zeit übrig?

  • Leren voor het SO (grammatica HS4 & 5)

Slide 17 - Tekstslide

Vielen Dank für eure Aufmerksamkeit!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 18 - Tekstslide